miércoles, 3 de diciembre de 2014

Op rolletjes

(Deze blog lag al een maand klaar, maar vergeten te uploaden, dus hierbij alsnog.)

Na de spanning en frustraties van de eerste week, is het vooruitzicht op de verhuizing naar mijn nieuwe gedeelde appartement meer dan welkom en binnen twee dagen voel ik er me helemaal thuis. Dat komt ook, en niet in de laatste plaats, door mijn huisgenootje Timi, waar ik het vanaf het eerste moment hartstikke goed mee kan vinden. Bij de bezichtiging van het appartement ben ik er uiteindelijk maarliefst twee uur geweest, omdat we maar bleven praten. Ze is Hongaarse, 28 jaar en woont al 4 jaar in Sevilla waar ze werkt als verkoopster in een souvenirwinkeltje vlakbij de kathedraal. Daarnaast geeft ze privéles Hongaars en Frans, en sinds een jaar heeft ze een Sevillaanse vriend, José, en waarmee ik het ook goed kan vinden. Sinds twee weken is ook de kleine derde kamer (5 m²!) bezet door een Spaanse man van 37, Pablo. Hij komt niet uit Sevilla, maar uit Albacete, en hij heeft hier werk als muziekdocent op een basisschool kunnen vinden waardoor hij dus hier naartoe moest verhuizen.  Zijn vriendin blijft voorlopig in Madrid wonen. In de avonden volgt hij nog een deeltijdopleiding beeldende kunst. Met hem kan ik het ook bijzonder goed vinden. Naast een gedeelde hartgrondige afkeer voor het sensatieprogramma Gran Hermano (Big Brother) dat hier in Spanje al 15 jaar hoogtij viert (en waaraan Timi en haar vriend helaas verslaafd lijken te zijn wat betekent dat wij donderdag- en zondagsavond wel van ons tv-kijk lijstje af kunnen strepen), is hij zich heel bewust van de sociale en maatschappelijke problemen in de Spaanse en ook westerse samenleving in het algemeen, wat aanleiding heeft gegeven tot een aantal diepgaande gesprekken over het leven en de wereld om ons heen.   

Binnenshuis gaat alles dus goed, want we kunnen het alledrie goed met elkaar vinden en dat is heel belangrijk. Buitenshuis echter lopen de dingen niet altijd op rolletjes, letterlijk, want het thema van vervoer in de vierde grootste stad van Spanje is een lastige. Er zijn bussen, maar geen dienstregelingen (alleen een geschat tijdstip van laatste bus staat vermeld op de bushokjes); er zijn metro’s, maar niet in mijn deel van de stad; er zijn taxi’s, maar die zijn natuurlijk veel te duur om als dagelijks vervoersmiddel te nemen en er zijn stadsfietsen, maar die zijn zwaar (en geregeld kapot) en dan ben je altijd afhankelijk van beschikbare fietsen en parkeerpaaltjes, waardoor het dus basically neerkomt op óf alles te voet óf een eigen fiets aanschaffen. Met mijn Nederlandse aangeboren behoefte aan een fiets, kan ik niet anders dan voor die tweede optie te gaan. De gedachte is nog niet koud of het eerste obstakel in dit plan doemt al op. Waar parkeer ik mijn fiets dan telkens? Buiten aan een ketting is geen optie, want dan wordt hij binnen de kortste keren gestolen door de gitanos, maar binnen kan ook niet, want we hebben geen lift waardoor het onmogelijk is een fiets telkens vier verdiepingen op en neer te gaan zeulen. Openbare parkeerkelders doen ze hier in fietsminachtend Spanje natuurlijk niet aan, maar bij wijze van gunst mogen er  in de portiek maximaal 4 fietsen (twee bij elke trap) geparkeerd worden. En dat voor een gebouw met 20 gedeelde appartementen. En je raadt het al, die vier felbegeerde parkeerplaatsen waren  allevier natuurlijk al bezet toen ik er kwam wonen. Nouja, ik zou zeggen 3,5 want één plaats wordt door een vouwfiets bezet gehouden en dat telt in mijn beleving niet als een volle fiets, al helemaal niet omdat die fiets nu juist opgevouwen worden en relatief makkelijk naar boven getild worden zodat mensen die bijvoorbeeld een mountainbike hebben die parkeerplaats kunnen gebruiken voor hun heilige koe. Maar goed, dat is slechts mijn theorie, dan nu de praktijk. Ik besluit om eerst maar het zekere voor het onzekere te nemen en om een vouwfiets te gaan zoeken, zodat ik die in mijn appartement opgevouwen kan parkeren. De jacht op een leuk tweedehandsje begint bij twee Spaanse varianten van Marktplaats, maar na een aantal tevergeefse telefoontjes naar particulieren (“Nee, hij is vorige week al verkocht” – haal dan <piiieeep> die advertentie weg) besluit ik het over een andere boeg te gooien en ga ik langs bij een tweedehandswinkel bij mij in de straat. Daar blijken ze twee vouwfietsen te hebben staan, maar die zijn allebei niet op Nederlandse lengtes berekend en zijn ook niet bepaald van goede Nederlandse fietskwaliteit, dus dat zie ik niet zitten. Maar, vertelt de charmante eigenaar die doorheeft dat ik z.s.m. een tweewieler wil hebben, ze hebben ook mountainbikes en er is net een hele goede binnengekomen. Hij laat de betreffende fiets zien en ik moet toegeven dat die er al veel meer op lijkt en met 75 euro is de prijs ook zeer vriendelijk. Ik vraag of ik er even een rondje op mag rijden, wat geen probleem is, en zijn 21 versnellingen, goede remmen en zadel dat op mijn lengte in te stellen valt overtuigen me. Het zal vast wel wat meevallen met dat maximaal 4 fietsen, want met die van mij erbij zijn het feitelijk 4,5 fietsen en als de mijne niemand in de weg staat, moet dat toch lukken is mijn redenering. Trots op mijn nieuwe aanwinst verlaat ik de winkel al fietsend en laat ik hem de volgende dag ook meteen maar verrijken met een fietsenstander, voor- en achterlicht en, als allerbelangrijkste, een levensreddende fietsbel. Levensreddende fietsbel? Jazeker, want hier in Sevilla is men op z’n zachtst gezegd ‘niet gewend’ aan fietsers en dat leidt tot gemiddeld 5 bijna-ongelukken per halve kilometer. Sinds iets meer dan zes jaar heeft de gemeente Sevilla het stadfietssysteem ingevoerd en groene fietspaden aangelegd, maar die klap zijn de meeste sevillanos nog niet te boven gekomen. Want door diezelfde groene fietspaden, zijn de sevillanos die dus al hun hele leven alles te voet doen in sommige gevallen ineens de helft van hun stoep kwijtgeraakt en dat doet pijn. Heel veel zuid-Spaanse temperamentvolle bijna wrokachtige pijn. En waar pijn is, is tweestrijd, in dit geval in de vorm van kamp Voetgangers tegen kamp Fietsers. De Fietsers zijn natuurlijk de slechteriken zomaar een deel van het terrein van de Voetgangers, de good guys, hebben ingepikt. Dus, bij wijze van non-verbaal verzet, kom je overal voetgangers tegen die gewoon in groepen over de fietspaden lopen en die vervolgens ook nog eens, als jij daar al rinkelend je een weg wilt banen, het lef hebben om te doen alsof ze het gerinkel niet eens gehoord hebben waardoor je meerdere keren ‘pas op!’ moet schreeuwen of in sommige gevallen zelfs hem of haar op de schouder moet tikken om te laten weten dat hij of zij een gevaar is op het fietspad en naar de stoep moet gaan. Meestal schrikt men dan even, of men doet alsof, om je vervolgens met een schuine blik langs te laten gaan alsof je een indringer bent en daarna weer rustig verder te lopen op het fietspad, alsof dat terrein nog steeds van hen is en altijd zal blijven ook. Dus ja, die fietsbel is hier van levensbelang. Liever een fiets zonder lichten dan een fiets zonder bel.


Maar goed, naast het probleem op de fietspaden, had ik nog mijn probleem buiten de fietspaden om, namelijk het parkeerprobleem. Nouja, ik dacht dat dat geen probleem zou zijn zoals ik hierboven heb uitgelegd, maar dat bleek toch te optimistisch, want na een week als weer naar het internetcafé wil, zie ik dat het papierje van MAXIMAAL 2 FIETSEN (immers twee fietsen per trap) inmiddels is verrijkt met de in het rood geschreven tekst VERBODEN MEER DAN 2 FIETSEN TE PARKEREN, wat een vrij duidelijk signaal is dat men toch niet van de extra fiets gediend is. Ik raak lichtelijk in paniek, want die fiets moet hier dus vandaag nog weg en als ook maar een van de buren mij toevallig bij mijn fiets ziet staan om de sloten los te maken of de deur ermee uit ziet gaan, word ik daar vast en zeker op aangesproken en ik wil niet binnen twee weken meteen al een kruisje achter mijn naam hebben staan. Ik besluit eerst weer terug naar boven naar m’n appartement te gaan om even rustig te bedenken wat nu de beste oplossing is. Ik kom tot de conclusie dat ik hem het beste weer terug kan verkopen aan de winkel waar ik heb gekocht heb, hoewel ik weet dat ze me behoorlijk wat minder geld kunnen geven dan ik betaald heb.  Dus met het hart in de keel ga ik weer naar beneden om de fiets zo snel mogelijk daar weg te halen, maar halverwege bij de tweede verdieping hoor ik mensen beneden praten dus als een held op sokken ga ik weer terug naar boven. Ik wacht 10 minuten gespannen waarbij allerlei sociale ongemakkelijke rampscenarios door m’n hoofd spoken. Dan probeer ik het weer. Ik hoor niemand. Nu hopen dat er niemand net de trap afkomt of binnenkomt terwijl ik mijn fiets ontvoer (want zo voelt het inmiddels). Met het hart in de keel haal ik zo snel mogelijk de beide sloten los en loods ik de fiets naar buiten, gelukkig zonder dat iemand me gezien heeft. Opluchting. Ik loop met de fiets aan de hand weer naar de charmante verkoper en leg hem het geval uit dat ik de fiets niet meer mag parkeren in de portiek en dat ik hem ook niet elke dag naar mijn appartement kan sjouwen want we hebben geen lift. Het eerste wat hij zegt, is dat wat ik al verwachtte, dat hij er maar 45 euro voor kan geven, terwijl ik hem voor 75 euro heb gekocht en daarna ook nog voor 20 euro aan (levensreddende) extra’s heb laten monteren. Ik zie al 50 euro down the drain gaan, maar misschien was het zijn mannelijke eergevoel dat hij een dame in nood behoort te helpen en niet af te zetten door twee keer binnen een week aan dezelfde fiets te verdienen, want hij komt gelukkig met een alternatief: hij wil wel proberen de fiets voor 85 euro te verkopen en als dat lukt, krijg ik daarvan 80 euro (dat is wat ik er minimaal voor wilde hebben) en houdt hij 5 euro voor de service van het ‘bewaren’ van de fiets en het proberen ervan te verkopen. Ik ga akkoord en ben erg blij met zijn meedenken. En ik heb geluk, want binnen twee dagen krijg ik al een telefoontje dat hij de fiets heeft kunnen verkopen, dus ik heb mijn 80 euro weer terug! In eerste instantie wil ik nu alsnog op zoek gaan naar een vouwfiets, maar ik heb inmiddels een abonnement genomen op het stadsfietssysteem om in ieder geval toch die optie te hebben. En tegen mijn verwachting in gaat dat tot nu toe goed, afgezien van the occasional fiets zonder ketting, trappers of met een loszittend zadel. Hier doen we het de komende de tijd dan maar gewoon mee, besluit ik accepterende dat het dus geen zin heeft een eigen fiets te hebben. En alsof de het universum wil laten weten dat ik gelijk had wat betreft de vouwfiets, blijkt twee weken geleden dat diezelfde vouwfiets die naar mijn mening geen recht had op een parkeerplaatsje uit de portiek is gestolen. Karma? Zeg het maar, maar dan liever telkens afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van stadsfietsen en bijbehorende parkeerpaaltjes, iedere dag het risico lopen met mijn zware en niet altijd volledig werkende Sevici-fiets hordes mensen omver te fietsen en venijnige blikken van Voetgangers te moeten incasseren.

No hay comentarios:

Publicar un comentario