Spanje mag dan wel een armer land
dan Nederland zijn dat bovendien nog eens flink getroffen wordt door de crisis,
ze maakt dat zeker goed met een aantal immateriële zaken, zoals een fantastisch
klimaat, prachtige architectuur waar je u tegen zegt en topkwaliteit in eten en
drinken. Dat laatste moet echter soms wel duur betaald worden, want het nummer
1 typisch Spaanse product, jamón ibérico, van het topmerk 5J kost zo’n
400 euro voor een poot van ongeveer 8 kilo. En laat ik dat nou heerlijk vinden,
dus als ik iedere ochtend mijn Spaanse ontbijtje wil hebben van twee broodjes
met olijfolie, geraspte tomaat en jamón ibérico (overigens wel van een íets
goedkoper huismerk), zal er wel geld binnen moeten komen, want anders heb ik
telkens aan het eind van m’n geld nog een stukje maand over.
Ondanks het ontmoedigende feit
dat in Zuid-Spanje 1 op de 3 werkloos is, besluit ik begin november vol goede
moed op jacht naar werk te gaan. Het plan is om CV’s achter te laten bij talenscholen
om werk te zoeken als docente Spaans en als dat niet lukt, zijn hotels plan B
om daar als receptioniste aan de slag te gaan. Dus met 15 CV’s onder de arm
stap ik maandagochtend 3 november met 32 graden (!) in m’n netste blousje,
zwarte pantalon en hakken op een Sevici, die goddank geen van de gebruikelijke
mankementen vertoond, op weg naar de eerste talenschool. Na een stuk of 5
scholen door de stad te hebben verrijkt met mijn CV (haha), wil ik even weten
hoe laat het is om te kijken of het nog zin heeft om naar een laatste
talenschool voor vandaag te gaan, aangezien het bijna 14u is en de meeste
scholen dan dicht gaan. Ik pak m’n telefoon en zie dat het nog geen 13u is, dus
nog genoeg tijd, maar ik zie ook dat ik een gemiste oproep heb van een onbekend
nummer. Misschien is dat een van de talenscholen denk ik hoopvol en ik besluit
het nummer terug te bellen. Ik krijg een Engelssprekende vrouw aan de lijn die
me vraagt of ik net mijn CV bij hen heb achtergelaten. Dat klopt en ze vraagt
me of ik in plaats van als docente Spaans ook interesse heb in werken als
docente Engels. Ik leg uit dat ik daar nog geen ervaring in heb, maar dat als
dat voor hen geen probleem is, ik daar zeker in geïnteresseerd ben. We
besluiten dat ik meteen even langskom zodat zij me kan uitleggen wat de baan
precies inhoudt. Een kwartier later sta ik weer in Giralda Center Escuela de
Lenguas en Jenny, een erg vriendelijke en extroverte Engelse vrouw van begin
dertig schat ik, legt me alles uit. Het blijkt dat het om een intensieve
voorbereidingscursus gaat van 10 uur per week die Spaanse studenten op het B2
Cambridge examen voorbereidt. De betreffende docente, die de eerste twee van de
acht weken had lesgegeven, moest de dag ervoor met spoed terug naar Engeland in
verband met familieomstandigheden. Ze hadden dus per direct, voor diezelfde
avond nog, iemand nodig en ik realiseer me dat mijn timing niet beter had
kunnen zijn. Na een uur uitleg stroomt m’n hoofd over van alle nieuwe
informatie, maar na enig twijfelen besluit ik toch meteen diezelfde avond te
beginnen (ik mocht namelijk ook de dinsdag beginnen als ik iets meer tijd nodig
dacht te hebben om de les te kunnen voorbereiden), zodat ik meteen weet wat het
is en ik geen tijd heb om zenuwachtig te worden of aan m’n eigen kunnen te
twijfelen. Een paar uur later, om 19u, ben ik inmiddels voor de derde keer die
dag in de talenschool en wijst Jenny mijn lokaal aan. Ze verzekert me dat ze
100% zeker is dat ik dit kan gezien mijn werkervaring en dat ze me niet had
aangenomen als ze ook maar enige twijfel had, dus met een ongewoon veel
zelfvertrouwen voor een ‘eerste-keer-situatie’ begin ik aan m’n eerste les als
docente Engels. De studenten, 11 in totaal in de leeftijden tussen 20 en 50,
zijn erg gemotiveerd en de les gaat tot mijn opluchting erg goed. Al gauw voel
ik me weer als een vis in het water voor de klas en met rode wangen van nieuwe energie
verlaat ik om 22u als laatste docente de talenschool. De leerlingen hebben
iedere dag van maandag tot donderdag 2,5 uur les en de resterende zes weken ga
ik hen zo goed mogelijk voorbereiden op hun examen.
In de loop van november wordt de
sfeer steeds losser en wennen we allemaal steeds meer aan elkaar, wat een zeer
aangename band schept. Want als je elkaar bijna iedere dag in de week ziet en
zo intensief met elkaar omgaat en een gemeenschappelijk doel hebt, leer je
elkaar ook een beetje kennen, wat de sfeer altijd ten goede komt. De
productiviteit niet altijd, maar ach, dat lijken de leerlingen ook niet heel
erg te vinden. Als dan de laatste maand van het jaar aanbreekt en de leerlingen
nog maar twee weken hebben voor het examen, komt daar echter verandering in. Ze
voelen, net als ik, de deadline dichterbij komen en dat maakt dat ze meer kritische
vragen stellen, bij het nakijken van Listening of Use of English proeftoetsen
steeds dieper zuchten als ze een antwoord fout hebben en het zelfvertrouwen
lijkt – onterecht – evenredig te dalen met iedere dag dat de examendag dichterbij
komt. Na iedere proeftoets vraag ik hoeveel ze ongeveer denken gescoord te
hebben en systematisch schatten ze zichzelf steeds een stuk lager in dan nodig.
Dat lijkt misschien onschuldig, immers beter jezelf onderschatten dan
overschatten, maar een gezonde dosis zelfvertrouwen doet wonderen op een
examendag, dus dat probeer ik hen dan ook duidelijk te maken als blijkt dat iedereen
vervolgens maarliefst 21 of meer punten (uit 30) heeft terwijl 18 al voldoende
is. Maar goed, ik snap helemaal hoe ze voelen, want dit zijn nog de
proeftoetsen en het gaat natuurlijk om Het Examen dat op zaterdag 13 december
plaatsvindt. Twee dagen van tevoren is de laatste les alweer aangebroken en na
de les word ik uitgenodigd voor een biertje met de groep, een aanbod dat ik met
plezier aanneem. Na 6 intensieve weken wordt in de bar naast de talenschool het
Engels verruild voor het Andalusische Spaans en ik merk dat de leerlingen
ineens persoonlijkere vragen durven te stellen, zoals hoe oud ik nou eigenlijk
ben, hoe ik in Sevilla terecht ben gekomen en of ik al veel ervaring als docente
heb. Na afloop word ik ook uitgenodigd voor een drankje met de groep op
zaterdagavond nadat iedereen die dag het examen heeft gehad. Die zaterdagavond
is het zeker niet bij dat ene drankje gebleven, want als ik om 1 uur ’s nachts
de groep verlaat, heb ik meer dan vijf uren met hen zitten praten, drinken en
tapas eten en realiseer ik me dat ik deze groep wel eens meer zou kunnen gaan
missen dan in eerste instantie gedacht. Als ik terugloop naar het
dichtstbijzijnde Sevici-station hoop ik vuriger dan ooit dat ik in januari dit
werk kan blijven doen, want naast de lessen die me energie geven zijn dit bijzondere
extra’s aan deze baan die ik voor geen goud zou willen missen.
Een ander bijkomend voordeel van
deze baan is de financiële vergoeding. Na van meerdere kanten te hebben gehoord
dat ik met 6 euro per uur al blij mocht zijn, blijkt deze op 1 december, de
eerste uitbetalingdag, bijzonder mee te vallen en met een grote glimlach op m’n
gezicht ga ik de volgende dag naar de bank. Niet om te pinnen, maar om mijn
cheque te innen. Ja ja, je las het goed, om een cheque te innen. De manier van
uitbetalen is een beetje anders dan in Nederland, niet door middel van een
bankoverschrijving maar door middel van een ‘open’ cheque, wat inhoudt dat de
cheque niet eens op naam staat, maar door degene die hem bij de bank brengt kan
worden geïnd. Dat komt er op neer dat als ik hem verlies ik meteen mijn hele
maandsalaris kwijt ben… Dus met de voorzichtigheid van een overbezorgde ouder,
ga ik de volgende dag rond 13u naar de bank bij mij op de hoek van de straat om
mijn papiertje voor geld in te wisselen. Ik ben blijkbaar niet de enige, want
zo’n tien andere mensen – vreemd genoeg bijna allemaal bejaarden – staan voor
mij in de rij. Nouja in de rij, men zit op de stoeltjes in de open wachtruimte
en onthoudt gewoon degene die voor hen aan de beurt is om te weten wanneer het
hun beurt is. Na tien minuten merk ik dat er weer aardig wat mensen bij zijn
gekomen, maar de rij is nog helemaal opgeschoten want dezelfde (en enige niet
bejaarde) vrouw staat nog steeds bij de balie. Er zijn twee balies, maar
natuurlijk is er maar één open, want dit is Spanje. Na nog 5 minuten merk ik
dat het steeds moeilijker wordt mijn twijfels over de bekwaamheid van de
bankmedewerkster te onderdrukken en de snelle berekening dat als zij een
kwartier per persoon nodig heeft ik dus nog minstens twee uur hier moet wachten
maakt mijn humeur er ook zeker niet beter op. Er komt weer iemand binnen, en deze
keer schrik ik lichtelijk, want dit is iemand die ik ken! Ik ben tot nu toe nog
nooit een bekende tegengekomen in de supermarkt of waar dan ook en als je in
een dorp opgegroeid bent waar je altijd overal bekenden, vrienden of familie
tegen kunt komen, voelt dat hier soms toch een beetje alleen. Het is José Mari,
een vriend van Juan die ik nu Engelse les geef, en hij moet een zegel hebben
voor een aantal belangrijke papieren. We kletsen wat terwijl we wachten en
eindelijk lijkt de rij ook wat op te schieten. De bankmedewerkster blijkt
inderdaad nieuw – het zou me niet verbazen als vandaag haar eerste werkdag was
gezien het feit dat ze haar collega om de haverklap om hulp vraagt – maar ze
heeft de gemiddelde tijd per persoon al terug weten te dringen tot onder de 10
minuten, en als ze zo door blijft gaan is er zowaar een kans dat ik binnen een
uur aan de beurt ben! En ja hoor, na een inhaalslag ben ik na driekwartier al
aan de beurt. Ik hoop dat cheques innen hier een normale procedure is en dat ze
inmiddels weet hoe dat gaat, want ik heb geen zin om een kwartier aan de balie
te staan kijken hoe zij de mist ingaat en haar collega allemaal toeren moet
uithalen om het weer recht te breien. Gelukkig blijkt dat inderdaad het geval
en na een paar minuten kan ik mijn eerste loon handje contantje meenemen. José
legt me nog uit dat alle gepensioneerden iedere maand tussen de 1e en de 5e op
deze manier hun pensioen innen. Dat verklaart een hoop. Ik neem mezelf voor de
volgende keer om 8u ’s ochtends te komen, als de pensionados nog op één
oor liggen.