Dit is de langste blog tot nu toe, dus ga er maar even voor zitten zou ik zeggen ;).
Vanwege de Semana Santa (Heilige Week) die hier in Sevilla groots wordt gevierd, hadden we allemaal een week vakantie en daarom besloten wij als huisgenoten samen een reisje buiten Spanje te maken. Al gauw waren we er uit, we zouden naar Lisboa gaan, de hoofdstad van Portugal, want daar waren al een paar geweest en zij vonden het een hele leuke stad om weer eens te bezoeken. Na uren op internet zoeken naar appartementen en auto’s die we zouden kunnen huren en enige misverstanden over wie er nou eigenlijk wel en niet meeging naar Lisboa, konden we vorige week eindelijk alles boeken en alvast zin kweken. We zouden van maandag tot donderdag gaan dus theoretisch gezien zou ik zondagmiddag mijn spullen en zo allemaal klaar moeten pakken zodat dat niet meer op het laatste moment zou hoeven en zodat ik vroeg op bed zou kunnen gaan, omdat de wekker de maandag om 7.15u alweer zou rinkelen. Maar ja, dan hebben we nog de praktijk: ‘s middags wat aangerommeld, ‘s avonds drie uren geskyped met Anke en met heit en mem, daarna met Valentine broodjes, water en fruit bij de OpenCor gehaald om mee te nemen tijdens de rit, daarna nog met Katka en Valentine gekletst want Katka kwam net terug van haar weekje terug naar de República Checa. En om half twaalf had ik nog niet eens naar de koffer gekeken. Dat werd dus niet vroeg op bed en uitgerust beginnen aan een reis van zes uur in de auto. Om 1 uur ‘s nachts zat ik nog mijn kleren en laders in mijn koffer te stoppen, broodjes te smeren voor de reis en te besluiten of ik mijn laptop wel of niet mee zou nemen. Ondertussen hield Katka ons nog steeds gezelschap en vertelde dingen over wat ze gedaan had die vorige week in haar land, waardoor ik uiteindelijk pas om 2 uur klaar was en Valentine om half drie nog steeds bezig was met haar tas pakken...
Ondanks de kleine vijf uurtjes slaap, sta ik de maandag aardig fit en met zin in de reis op. Ook Valentine was ondanks haar korte nacht best fit. Even naar de primera (niet de winkel, hier bedoelen we daar de eerste verdieping mee) om te kijken of Chloe ook al uit bed was en ja hoor, ook zij was al bezig zich klaar te maken. Om kwart over acht gingen we richting het busstation om de bus van half negen te pakken naar het vliegveld, want daar stond de auto die we gehuurd hadden. Eenmaal aan de beurt bij de balie van Auriga Crown bleek dat de problemen alweer voor het oprapen lagen. De eerste: de auto die we gehuurd hadden, mocht alleen bestuurd worden door iemand van 25 jaar of ouder. Dus tenzij we de baliemedewerkster er op een of andere manier van konden overtuigen dat het jaartal 1989 een typfout op het paspoort was en dat het eigenlijk 1986 moest zijn, konden we het wel shaken. Even lijkt het erop dat we via internet weer een nieuwe aanvraag moeten indienen, maar gelukkig bestaat er ook nog zoiets als klantenservice, dus we moeten maar even naar dit en dat telefoonnummer bellen en dan kunnen zij misschien regelen dat we een kleinere auto krijgen die je vanaf 21 jaar mag besturen. Ik besluit die taak op me te nemen, en bel naar het opgeschreven telefoonnummer. Helaas is de verbinding superslecht, de mevrouw aan de andere kant superchagerijnig en het probleem superingewikkeld. Maar de aanhouder wint en na het plotseling ophangen van de medewerkster lijkt de categorie auto te zijn veranderd en kunnen we alsnog diezelfde ochtend gewoon naar Lisboa gaan. Maar eerst nog probleem twee: er staat standaard maar één bestuurder geregistreerd. En wij wilden alledrie rijden om af te kunnen wisslen, maar dat idee kostte ons €15 per extra bestuurder, een regeling die nét per 1 april was ingegaan, vertelt de baliemedewerkster, alsof dat ons zou troosten, “daarvoor was het altijd gratis.” Grrrrrrr. Maar dat was nog niet alles, want aangezien ik net vier weken te kort kwam om voor 21 door te mogen gaan, moest ik nog eens €25 betalen om überhaupt achter het stuur te mogen zitten. Dan probleem drie: plus de all-risk verzekering nog, “dat wordt dan €380 in totaal, por favor.” Dit konden we niet goed gehoord hebben, 380 euro? De offerte op internet was 80 euro! Bleek dat mevrouw er vanuit was gegaan dat we als verzekering degene van €3 per dag + €150 fianza (borg) hadden gekozen. Maar als je de verzekering van €5 per dag deed hoefde je geen enorme borg te geven, dus die wilden we veel liever als arme studenten die niet in een keer even 400 euro voor kunnen schieten. Daardoor kwam de totaalsom uiteindelijk uit op zo’n €240, een stuk beter dan €380, maar we waren niet blij met de verdriedubbeling van wat we aanvankelijk dachten te moeten betalen. Na enig geklaag van Valentine over het niet duidelijk zijn van al die extra kosten, besluiten we dat het geen zin heeft te protesteren, want hebben geen andere keuze en met lichte tegenzin geeft Chloe haar creditcard. De vrouw geeft ons de sleutel die wij met niet gemeende glimlachen aannemen. We lopen richting de auto: het is een nette Renault Clio. Probleem vier: zonder navigatie. Daar hadden we eigenlijk wel op gerekend, maar we hadden geen zin om weer terug te gaan naar de balie en wéér €25 euro extra te betalen voor een TomTom, dus met frisse vrees de weg kwijt te raken en een van Mischa en Petr geleende Tsjechische wegenkaart van Spanje en Portugal gaan we rond tien uur dan eindelijk de autopistas (snelwegen) te lijf.
Eerst rijdt Valentine, tot aan Faro en daar neem ik het stuur over. De auto is nieuw en dat is te merken aan zijn rijgedrag: waar ik bij onze Mercedes het rempedaal helemaal moet indrukken om echt remkracht te hebben, hoef ik nu maar naar de rem te kijken of hij maakt al een noodstop. Diezelfde gevoeligheid geldt voor het gaspedaal en met horten en stoten probeer ik de auto netjes en veilig op de wegen te houden, terwijl we zoeken naar een bordje dat ons weer richting de snelweg stuurt. Die vinden we niet, maar gelukkig biedt de Tjechische kaart uitkomst. Na zo’n twee uur gereden te hebben, wisselen we weer en rijdt Chloe het laatste stuk, en dat gaat heel goed. Tot aan de stad Lisboa. Nu we weer van de bijna lege tolweg af zijn en we ons in het eenrichtingsverkeer van de Portugese hoofdstad bevinden wordt het allemaal wat moeilijker. En dat leidde tot onze eerste bijna-botsing, want een Portugese snelle jongen meende op een tweebaansrotonde wel even van de binnenbaan voor ons langs te kunnen schieten om nog net de afslag mee te kunnen pikken. Goddank voor de goede remmen van de Clio. Die zouden later ook nog een paar keer heel goed van pas komen, maar laat ik daar maar niet teveel op ingaan... Na een kwartier door de stad rijden komen we steeds dichter bij de straat van ons appartement, maar het laatste stuk is altijd het moeilijkste en aangezien we nu ook niets meer aan onze Tsjechische wegenkaart hadden, vragen we aan een groepje Portugese oudere mannen die zitten de vissen bij de kade (Lisboa heeft namelijk een inham) waar de Rua Carvalho Freirinha is. Helaas, wat al te verwachten was, kon de man die ons hielp alleen maar Portugees en ondanks dat we aangaven dat we geen Portugees kenden, ratelde hij een routebeschrijving op alsof we wél alles konden begrijpen. Dus met twee of drie woorden die op het Spaans links en rechts en rechtdoor lijken en een slappe lach gaan we weer verder. We moeten een tweede keer vragen, maar we zaten er niet ver vanaf, dus om vijf uur kwamen we eindelijk bij het appartement aan. De jongens, Matthijs, Sjors en Simon (twee Nederlandse vrienden van Matthijs), waren daarvoor in Vilamoura geweest (Zuid-Portugal) en kwamen vanuit daar in hun gehuurde auto richting Lisboa. We zijn allemaal moe van de reis en Chloe en Valentine, keukenprinsessen als ze zijn, maken heerlijk pasta voor iedereen klaar. De anderen willen die avond nog op stap, maar ik voel me nog erg moe van de reis en besluit niet mee te gaan. Maar door de heftige regen die die avond valt, besluiten de anderen eerst nog even te wachten en daarna pas de stad in te gaan. Iemand vraagt of we ook een spelletje of zo kunnen spelen en ik bedenk me dat ik voor de grap het Sinterklaas-memorie-spel wat ik in november van heit en mem voor Sinterklaas had gekregen in m’n koffer had gedaan. Dus daar zaten we dan als twintigjarigen om half twaalf ‘s avonds in ons appartementje in Lisboa terwijl de regen met bakken uit de hemel kwam memorie te spelen.
De volgende dag stonden Chloe, Valentine en ik rond tien uur op om de dag goed mee te kunnen pakken - en ja, natuurlijk hadden we apart geslapen, wij als meiden in de woonkamer en de jongens in de twee slaapkamers, dat daar geen misverstanden over bestaan. Dus om half elf zaten wij aan het ontbijt en daar had ik me toch een halleluja-moment: toen Valentine het hoekkastje open deed zag ik tot mijn grote verbazing dat er hagelslag in stond!!! Een echte Nederlandse Venz Puur hagelslag nog wel!! En hij was nog bijna vol ook! Wat een goed begin van de dag! Dus ondanks de regen die die ochtend viel terwijl wij door de stad slenterden had ik een permanente lach op m’n gezicht. We bezochten het Mode en Design Museum en ‘s middags ben ik met de jongens naar het Oceanário geweest, een soort waterdierentuin, terwijl Chloe en Valentine naar een tweedehands antiekmarkt gingen. ‘s Avonds hebben wij de overgebleven pasta nog opgegeten wegens internet dat het niet deed waardoor we geen andere recepten konden opzoeken. Tijdens het eten komen we er achter dat we vroeger allemaal naar dezelfde muziek hadden geluisterd, de happy hardcore van toen we een jaar of 13, 14 waren en het ene na het andere nummer wordt opgezocht op YouTube en we hebben de grootste lol. Het idee dat we dat toen zulke supergave muziek vonden en altijd al dronken van twee bier waren in de plaatselijke discotheek waar iedereen uit alle omliggende dorpen naar toe ging, schept op een of andere manier een band en ik ben nog nooit zo blij geweest met Nederlanders te zijn.
Chloe en Valentine besluiten in de stad te eten en we spreken af hen die avond weer op te zoeken als we op stap gaan. Rond twaalf uur gaan we met een taxi naar de stad en zeggen hem naar de beroemde supersteile straat te gaan, waar de oudste tram van de stad nog steeds op en neer gaat, want daar hebben we met Valentine en Chloe afgesproken. Ervanuitgaande dat een taxichauffeur zijn stad als geen ander kent vertrouwen wij volledig op hem, maar achteraf blijkt hij niet helemaal begrepen te hebben om welke straat het nou eigenlijk ging. Toch stappen we maar uit en besluiten het aan mensen op straat te vragen. Maar niemand weet om welke straat het gaat en uiteindelijk na een half uur zoeken en onderweg drie keer cocaïne aangeboden gekregen te hebben - wat we natuurlijk afwezen, laat ook daar geen misverstand over bestaan - spreken we af mekaar te treffen bij een bar waar de rest de avond daarvoor ook al was geweest. Het is supergezellig, maar helaas gaat de bar om 2u al dicht en juist op dat moment begint het te regenen. Met drie kleine parapluutjes lopen we per twee onder een paraplu op zoek naar een andere discotheek, maar die is moeilijk te vinden. Ik besluit dat ik het wel genoeg vind voor vandaag, en ook Sjors wil weer naar huis, want hij is zeikdoornat geworden. Wij nemen de taxi naar huis en zo’n drie uur later word ik wakker van de rest die thuis komt. Ze hadden uiteindelijk nog een leuke discotheek kunnen vinden en hadden allemaal mensen leren kennen en het ene na het andere grappige verhaal wordt me verteld, waardoor ik het bijna jammer vind dat ik eerder was terug gegaan.
De volgende dag is een brakke dag voor iedereen, want we waren pas om 6u weer gaan slapen. Sjors en Simon moeten ‘s middags alweer richting Sevilla, want Sjors heeft de volgende dag om half zeven ‘s ochtends alweer de ryanair-vlucht richting Eindhoven. Dus als vier huisgenootjes blijven we over en na het ontbijt om half drie gevolgd door een siesta tot half vijf, gaan we om vijf uur dan eindelijk weer de stad in. We maken een wandeling langs de zee en kopen bij een beroemde pastelería nog beroemdere “Pasteis de Nata” die we in een park opeten. Tot ieders verbazing zijn ze werkelijk heerlijk en eigenlijk willen we nog meer kopen, maar de winkel is alweer dicht.
‘s Avonds gaan we niet meer uit en Valentine en Chloe buigen zich weer over het avondeten: brandade de morue, een soort gegratineerde ovenschotel van gestampte aardappelen met bacalao (kabeljauw), die maarliefst anderhalf uur bereiding nodig heeft. Maar het resultaat mag er zijn en ik heb er weer een vissoort bij die ik lekker vind. Er blijft wel veel over, wat we besluiten aan de dueña (huisbazin) te geven de volgende dag als we om 12u de sleutels weer moeten inleveren. Ze is van origine Franse en Valentine praat veel met haar. Dan ineens schiet me de hagelslag te binnen en vraag aan Valentine of zij wil vragen of ik die mee mag nemen. Wanneer de vrouw dat hoort, moet ze lachen en natuurlijk mag ik die meenemen, “die is toch niet van mij, waarschijnlijk hebben vorige huurders het laten liggen.” Dus wederom met een grote smile op m’n gezicht gaan we richting de auto met al onze koffers en tassen. We gaan vandaag weer de stad in en parkeren de auto langs de weg om ‘s avonds rond een uur of negen de terugreis weer in te zetten. Chloe rijdt als eerste in de stromende regen, met Valentine als kaartlezer. Na dik anderhalf uur maken we een stop bij een benzinestation en daarna rijdt ik verder. Het merendeel is gewoon snelweg dus niets aan de hand ondanks een kleine vergissing van onze co-pilote: we zijn richting Badajoz gereden in plaats van Évora en daardoor zijn we zo’n 100 km omgereden. Maar goed, geen ramp, want in Badajoz konden we afslaan richting Sevilla. Of dat dachten we tenminste. In Badajoz werd Sevilla één keer aan gegeven en toen we daarna op een T-splitsing kwamen werd er helemaal niets aangegeven. Wat te doen? We gaan dan maar links, maar daarna komen we alleen maar borden tegen over dingen ín de stad, niet over hoe weer úit de stad te komen. Na een kwartier rondrijden besluiten we aan twee politie-agenten te vragen welke weg naar Sevilla ging, en zij zeiden dat we weer helemaal terug moesten naar waar wij net vandaan waren gekomen. Dus stonden we weer voor dezelfde splitsing. Dan maar rechts proberen, maar dat was de weg weer terug naar Portugal dus dat kon ook onmogelijk de bedoeling zijn. Na drie keer op hetzelfde kruispunt te zijn uitgekomen, bedenkt Valentine ineens dan we ergens alleen een keer links zijn gegaan maar nooit rechtdoor, dus dan moest dat het wel zijn en gelukkig, na een uur doelloes midden in de nacht rond te hebben gereden in Badajoz, waren we op de weg naar Sevilla gekomen. Bij het eerst volgende pompstation besloten we te wisselen van bestuurder, want na drie uren rijden was mijn concentratie ook niet meer optimaal. Aangezien we nu op een N-weg zaten, moesten we van de weg af om bij een pompstation te komen en in een boerengat gingen we er af en wisselden we van bestuurder. Daar was ook een discotheek en aangezien we even naar de wc moesten, zijn we daar naar binnen gegaan terwijl de mensen die daar nog waren ons wat raar aankeken, alsof ze wisten dat we alleen maar voor de wc kwamen. Maar het probleem met de pompstations in zulke dorpen is dat ze alleen overdag bemand zijn en in het ietwat achterlopende Spanje nog niet voorzien zijn van een nachtautomaat waar je met je pinpas kunt betalen. Want door het uur wat we in Badajoz kwijt waren geraakt had ook kostbare liters diesel gekost en Valentine zat nog maar net achter het stuur of het lampje van tanken sprong aan. Meestal kun je dan nog wel een dikke 100 km rijden, maar aangezien de rit nog zo’n kleine 100 km was zou dat wel heel krap worden. Ze zou superzuinig moeten rijden, maar de spanning in de auto of we het zouden halen - met het idee dat alle pompstations die we aan deze weg zouden tegenkomen toch niet open zouden zijn - zonder ergens onderweg stil te vallen was ondraaglijk, samen met de baalgedachte dat we niet bij die eerste stop even getankt hadden. We kenden deze auto niet, en ondanks dat hij de hele tijd erg zuinig had gereden, minstens 1 op 20 zou ik zeggen, wisten we niet hoeveel liter er nog in zat en hoe ver we dus nog konden komen. Allerlei rampscenarios hadden zich al gevormd in m’n hoofd totdat we ineens een bord zagen met pompstation 0-24h! Een enorme opluchting ging er door de auto heen toen we het pompstation zagen en zagen dat er licht brandde. We moesten de auto de volgende dag met een zo leeg mogelijk tank weer inleveren, maar we wilden geen risico meer nemen dus we hebben er 7 liter ingegooid, goed voor z’n 140 km en we moesten nog maar 70 dus dat moest goed komen. Dat laatste stuk leek ineens een stuk sneller te gaan, de kilometers vlogen onder ons door, alsof de auto nu een stuk lichter reed nu de spanning van ‘redden we het of niet’ er af was. Om 5u kwamen we dan eindelijk aan na en rit van bijna acht uur en we waren allemaal kapot. Maar we moesten de auto die ochtend om 9u weer bij Auriga Crown afleveren. Ik en Valentine zagen het echt niet zitten nu op bed te gaan en er om 8u weer af te moeten om de auto in te leveren. Chloe had er minder moeite mee en bood aan dat te doen. We boden nog aan mee te gaan uit loyaliteit, want nu moest zij nog opblijven tot 9u, maar ze zei dat het ook geen zin had om met z’n vieren de auto in te leveren, waar ze gelijk aan had, dus uiteindelijk is ze alleen gegaan.
Matthijs was de enige die niet had gereden en dat was omdat hij geen rijbewijs had - daar hadden we natuurlijk al de nodige grappen over gemaakt. Maar als dank aan ons dat wij de hele nacht ons best hadden gedaan ons veilig en wel terug in Sevilla te krijgen, had hij de volgende dag een heerlijke pasta met groenten voor ons gemaakt.
Het was raar om weer terug te zijn in ons huis. Door een tijdje in het buitenland te zijn geweest, hadden we echt het vakantiegevoel te pakken gekregen en Calle Juan de Juanes 9 was nu ineens ons ‘thuiskomen’. Ondanks dat het heel mooi is dat we hier dus allemaal een thuis hebben gevonden in ons huis, is het ook dubbel, want we weten allemaal dat we over een dikke twee maanden dit thuis voorgoed moeten verlaten.
Cheezus wat een verhaal! Maar wat schrijf jij geweldig :D
ResponderEliminarOhja, ik ben Lea onder een internetpseudoniem ;)