jueves, 30 de diciembre de 2010

De rampen zijn de wereld nog niet uit

Week 12 (29 november - 5 december)
Maandag kon ik op een of andere manier bijna niet mijn bed uit komen,  sowieso de laatste tijd gaat dat moeilijk, maar na twee uur om de negen minuten half slapend op de snooze-knop te hebben geslagen, lukte het me eindelijk, en om tien uur was ik - fysiek - uit bed. Mentaal nog niet. Maar om elf uur had ik al college en op de fiets ben ik een dikke 20 minuten onderweg dus in een half uur moest ik me douchen, aankleden en ontbijten, iets waar ik normaal een uur de tijd voor nodig heb. Het bed schreeuwde werkelijk om er gewoon weer lekker in te kruipen en niet naar de les gaan, maar ik dacht “Nee Martine, kom op, je bent er nu uit, dus nu moet je ook volhouden.” Dus, bikkel ik (ik was echt trots op mezelf, aangezien ik opstond om naar mijn academisch zeer teleurstellende vak te gaan), heb me in constante toestand van haast gedoucht, aangekleed en twee broodjes naar binnen gewerkt. Snel alle boeken in de tas en sleutels pakken en die kant op. En toen haalde het lot een hilarische grap met me uit: mijn voorband van de fiets was lek. Na een paar minuten gevloek en getier vol ongeloof dat dit juist vandáág moest gebeuren (ik had dus net zo goed nog gewoon heerlijk in bed kunnen liggen, grrrr!) bedacht ik me dat ik ook met de bus kon gaan. Maar die is ook al zo’n grapjas, want iedere keer als ik richting die bushalte loop, komt de bus - me bijna uitlachend - net voorbij en moet ik minstens 20 minuten wachten tot de volgende. Dus toen maar besloten niet meer naar die les te gaan. Niet om m’n bed weer in te duiken, ik was nu toch al helemaal ready to go, maar om mijn ‘kapotte’ mp3 naar de servicio de posventa (klantenservice) van de Mediamarkt (jaaa, die hebben ze hier ook in Spanje!) te brengen. Waarom staat die kapotte tussen haakjes, denk je misschien. Nou, dat is een heel dom verhaal, ik dacht namelijk dat mijn mp3 kapot was, want hij wilde niet meer aan. En bij mijn vorige mp3, ook al was de batterij leeg, hij ging altijd even aan om te zeggen dat zijn batterij toch echt op was om vervolgens weer uit te gaan. En aangezien mijn nieuwe mp3 op die vorige leek, dacht ik dat mijn nieuwe mp3 - aangezien hij niet aanging om even te zeggen dat zijn batterij toch echt op was - kapot was, dat hij helemaal niet meer aan wilde. Dus ik naar meneer chagerijn van de klantenservice en die meldde me dat hij binnen 30 dagen (!) gemaakt zou zijn. “Nou fantastisch,” dacht ik, “aangezien dit Spanje is, zal dat wel zes weken worden.” De volgende dag had ik met Anke geskypet en dat haar verteld en toen zei ze: “En heb je ook geprobeerd hem aan te doen terwijl hij aan de stroom zat?” Shit. Nee! Oh, wat dom! Hij was dus waarschijnlijk helemaal niet kapot!!! Ik kon mezelf wel voor m’n kop slaan, ik was die mp3 - door mijn domme geredeneer - minstens een maand kwijt, om hem te laten ‘reparen’…

Maar goed, die fiets was wél echt kapot, dus ik dacht laat ik daar ook maar meteen verandering in brengen, deste eerder kan ik hem weer gebruiken en hoef ik niet meer met de bus. Dus aan de bouwvakkers die in ons huis waren - de eerste verdieping kreeg een nieuwe keuken geïnstalleerd, daarover straks meer - gevraagd of zij hier in de buurt ook een fietsenmaker wisten en dat wisten ze gelukkig wel als echte sevillanos. Dus daar heen en meneer de fietsenmaker vertelde me dat de binnenband lek was en dat de buitenband ook helemaal versleten was en dat die dus eigenlijk ook vervangen moest worden - kon ik hem niet helemaal ongelijk in geven. “Wat kost dat dan?” vroeg ik. “€15 voor beide banden.” Nou dat viel honderd punten mee aangezien wij bij Hotze €17 mogen neerleggen voor alleen een nieuwe binnenband. Ik zei: “Doe dan meteen de achterband ook maar, die is net zo versleten, en anders zal je zien dat ik hier morgen weer voor de deur sta.” Dus meneer de Spaanse fietsenmaker had er weer een dikke klant bij.

Dan nog even over de keuken die de eerste verdieping kreeg geïnstalleerd. Die nieuwe keuken is een onderdeel van het plan van onze huisbaas Antonio om het hele huis te renoveren. Onze verdieping is al helemaal klaar en ik moet zeggen dat ze goed werk geleverd hebben. Maar dat kan niet gezegd worden van dit nieuwe project: de keuken van de eerste verdieping is werkelijk afzichtelijk geworden. Om te begrijpen wat ik bedoel, ga ik even een beeld voor jullie schetsen: de kastjes zijn helemaal wit, net als in de vorige keuken, daar is op zich niets mis mee, een mooie neutrale kleur. Dan de vloer, die is van lichtblauwe tegeltjes, iets minder geslaagd maar daar valt nog mee te leven. Maar nou komt het, want het stijlgevoel van de vrouw van de huisbaas heeft bepaald dat het keukenblad en de keukentafel helemaal feloranje moesten worden. Fel oranje! Zo oranje als de naranjas (sinaasappels) die hier aan de bomen hangen! Als er één kleur is die per definitie NIET bij blauw past, is dat oranje, want dat is de tegenovergestelde kleur, net als geel en paars ook een vloekende combinatie is. En dat is nog niet alles, in dat bijna Hollands aandoende oranje van het keukenblad en de keukentafel zitten ook nog kleine stukjes glinsterend goud…  Het doet bijna zeer aan je ogen als je er naar kijkt. En toen ik die dinsdag of woensdag even de oven moest gebruiken, (alleen de eerste verdieping heeft een - werkende - oven) vroeg María José, zo heet de vrouw van Antonio, wat ik tot zo ver van de nieuwe keuken vond.
- “Nou wel een beetje fel dat oranje he?”
- “Ja, vind je? Nee, vind ik wel mee vallen hoor.”
- “Ja… Uhm, kan ik de oven gebruiken?”

domingo, 26 de diciembre de 2010

Motorisch gestoordheid en pornofilms

Week 11 (22 - 28 november)
Aangezien ik me vijf weken geleden had ingeschreven bij de SADUS, het sportcomplex van de universiteit, leek het me wel eens tijd om daadwerkelijk gebruik te gaan maken van dat zelf afgesloten, in één keer gelukte, sportabonnement. Dus dinsdag met Valentine met de bus richting Los Bermejales, de buurt waar dit complex staat. We zouden eerst van 19h tot 20h een uurtje aerobics doen en daarna een half uur GAP Express (oefeningen om je buik- en beenspieren te trainen). Toen wij om vijf over zeven de zaal binnen kwamen, was de les al begonnen (een stiptheid die ik niet was gewend van de Spanjaarden), en zo’n twintig meiden en vrouwen huppelden en sprongen rond, zoals de lerares dat voordeed. Nou, snel erbij en het ritme proberen te vinden. Die heb ik helaas nooit gevonden. Valentine wel, al heel snel, want die deed al jaren aan aerobics en wist volgens mij alle pasjes al uit haar hoofd. En het leek dat de rest er ook niet voor het eerst was, want iedereen deed moeiteloos mee met de lerares terwijl ik me al snel een motorisch gestoorde begon te voelen, want wat ik ook deed, het tempo lag veel te hoog en de pasjes die ogenschijnlijk zo makkelijk leken, waren te complex voor mijn hersens om er mee uit de voeten te kunnen. Letterlijk. Dus na een kwartier verwoede pogingen om onder andere mijn linkerbeen al draaiende voor mijn rechterbeen te krijgen en op hetzelfde moment mijn armen in de tegengestelde richting te bewegen, gaf ik het op. De resterende drie kwartier heb ik in een hoek van de zaal op de zittend op de grond doorgebracht, met verbazing kijkende naar de rest die de nog steeds moeiteloos de lerares volgde. Ik was echt de enige die het niet had bij kunnen houden. Toen de les eindelijk afgelopen was, hadden we GAP Express, in dezelfde zaal. Dat waren gelukkig makkelijkere oefeningen, maar ze waren wel zwaarder voor de spieren. Maar ik kon de lerares goddank volgen, dus ik voelde me niet meer een lelijk eendje of een schaap met vijf poten.

Vrijdagochtend had ik weer mijn academisch zeer teleurstellende vak: Las Lenguas del Mundo. Waarom is dit vak zo academisch teleurstellend? Nou, als je docent de hele les bij alle uitleggingen steeds de behoefte voelt om overal onomatopeïsche geluiden als tak tak tak, prr prr en wga wga wga bij te maken, voel je je echt niet meer een universitair student, maar meer een kleuter die leert welk dier welk geluid maakt. Het is werkelijk gênant, hij probeert leuk te zijn, zo’n docent die vrienden wil zijn met z’n leerlingen, en je krijgt echt het idee nog in de brugklas te zitten. Iedere keer als hij zich weer zo verlaagd kijken Ula, een Poolse vriendin hier, en ik elkaar aan met een blik van ‘wat-dóen-we-hier?!’  Maar het kan erger, dat werd vandaag wel duidelijk. Meneer schuwt ook niet voor seksueel getinte opmerkingen over onderwerpen die daar werkelijk niets mee te maken hebben. We hadden het over verschillende taalregisters (taalgebruik al gelang naar leeftijd, opleidingsniveau en sociale context) en over hoe raar het eigenlijk is dat bij het nasynchroniseren van films en series - wat ze hier in Spanje áltijd doen, tot aan de reclames toe - altijd een nette stem gekozen wordt, terwijl er soms bij bijvoorbeeld ‘gangsterfilms’, zoals meneer ze noemde, je juist een veel stoerdere en vulgairdere stem nodig hebt om het geloofwaardig te houden. “Net als in pelis porno (pornofilms), daar heb je dat ook,” deelde meneer heel ‘grappig’ mee. En dan met zo’n domme lach daarna van, “ja, dat weten jullie ook wel hè?” WAT?! Dios mío, dit méént hij toch niet?! Ula en ik hadden het niet meer, hoe konden we hem nu ooit nog serieus nemen?! Nou ja, Ángel - dat is z’n naam, heel tegenstrijdig aangezien dit ‘engel’ betekent - had z’n doel weer bereikt: de afstand tussen docent en leerling tot een - onbehaaglijk - minimum brengen.

miércoles, 8 de diciembre de 2010

Heit, mem en Nynke op bezoek!

Week 10: (15 - 21 november)
Woensdag was een superleuke dag, want heit, mem en Nynke zouden die avond rond 19u aankomen op Sevilla Airport! Om 17u vertrok ik van mijn huis richting de bushalte, om vervolgens natuurlijk net de bus te missen. Er gaan namelijk maar twee bussen per uur, dus ik heb daar eerst nog een half uur gewacht. Toen de bus eindelijk kwam, was het nog maar een kwartiertje naar het aeropuerto en daar heb ik nog ongeveer drie kwartier gewacht. De ene naar de andere vlucht landde en hordes mensen kwamen bepakt en bezakt uit de slidedeuren te voorschijn, de ene zoekend naar degene(n) die hem of haar op zouden halen, terwijl anderen meteen naar de uitgang liepen, bellend en zakelijk aan het doen. Vóór de vlucht van heit, mem en Nynke, was er een vliegtuig uit Rome aangekomen, waarin werkelijk alléén maar oudere mensen uit kwamen. Allemaal werden ze opgewacht door vrolijke groepsleiders die blijkbaar vanaf het vliegveld hun groepjes gepensioneerden naar of Córdoba of Cádiz (twee grote steden hier in de buurt) zouden brengen voor een citytripje. Op een gegeven moment kwam er een jongere vrouw en een jongen door de deuren, wat er wel op móest wijzen dat er een volgende vlucht was aangekomen, dus ik keek op het bord met arrivals en ja hoor, vlucht FR6444 vanaf Brussel Charleroi was aangekomen! Nu konden heit en mem en Nynke ieder moment door de bijna magisch aandoende slidedeuren komen, een heel raar idee. Na twintig minuten gespannen zoeken naar een bekende kop tussen al die voor mij nietszeggende gezichten bij iedere keer dat de deuren weer open gingen, kwam heit als eerste lachend door de deur. Ik begon meteen te huilen van de ontlading en van ongeloof dat ze hier nu echt waren. Na de nodige tranen en omhelzingen met iedereen, gingen we weer naar buiten om op de bus te wachten die ons weer naar de stad zou brengen. En toen viel het me meteen al op dat ik al aardig geïntegreerd was geraakt in de Spaanse cultuur, want toen de tweede bus (de eerste zat helaas al vol) na tien minuten er nog niet was, zei heit al: “Nou, komt die bus nog ris?” terwijl ik me er nog niet eens van bewust was dat de bus ‘te laat’ was. Ik zei: “Hij komt wol, it gjit hjir net sa op de tiid, der komme gewoan twa busen per oere, mar dat wol net seze dat dat dus ieder heal oere is.” En na nog een kwartier te hebben gewacht, was daar dan eindelijk de bus die ons weer naar de stad bracht. We stapten uit bij Nervión Plaza (het grote winkelcentrum in mijn wijk) en liepen vervolgens met de koffers richting het pension van heit en mem om daar een van de drie koffers te dumpen. Ja, maar een. Want een koffer was van Nynke - en die zou bij mij op de kamer slapen - en de andere zat vol met warme kleren en andere spullen voor mij, die ik hen had gevraagd mee te nemen uit ons koude kikkerlandje. Daarna zijn we naar mijn huis hier gegaan en heb ik een heerlijke echte Hollandsche maaltijd klaargemaakt (aardappelschijfjes met doperwtjes en een gehaktbal, en voor heit natuurlijk zijn onmisbare biertje), want ik wist dat ik ze daar veel gelukkiger mee zou maken dan met een paella van zeedieren en rijst.

De donderdag ben ik gewoon naar mijn colleges gegaan, want die waren wel belangrijk en aangezien ik de weken daarvoor door het buikgriepje en de verkoudheid ook al niet bij alle lessen kon zijn, wilde ik liever niet nog meer missen. Heit en mem en Nynke zijn toen naar Plaza de España geweest en hebben het centrum bezocht en ‘s avonds om 20u na mijn laatste les hadden we afgesproken voor de universiteit om ergens in de stad even wat te eten. Maar die avond had ik weer een van mijn tussentijdse toetsen van Latijn en die liep weer uit tot half negen, dus toen ik uit het lokaal kwam, heb ik meteen heit gebeld dat ik er aankwam. Daarna zijn we niet zoals de meeste mensen culinair uit eten gegaan, maar zijn we, omdat het al zo laat was en iedereen honger had, naar de Boston Burger gegaan, tegenover de universiteit. Dus in plaats van typisch Spaanse tapas werden het een hamburger met een biertje voor heit, een spaghetti met thee voor mem, een pizza met cola voor Nynke en een soort lasagne met ijsthee voor mij.

De vrijdag heb ik ze een rondleiding gegeven door de universiteit, om te laten zien waar ik dus zoal mijn dagen doorbreng. Vonden ze heel leuk, want nu hebben zij ook eindelijk een beeld van hoe ik hier leef. Daarna nog bij de fontein van de universiteit een familiefoto laten maken door een voorbijlopende toerist, welke tot grote ergernis van mem alle fototechnische wetten had overtreden, maar goed we hadden een foto met ons allevier. Dat is geloof ik de enige van de 600 (!) foto’s die mem in die zes dagen heeft gemaakt ;). Daarna zijn Nynke en ik aan het winkelen geslagen en hebben heit en mem nog het park María Luisa bezocht, als ik het me goed herinner.
De zaterdag hebben we een soort Sinterklaas gevierd, weliswaar met alleen kado’s voor mij, want ja op 5 december kon ik er niet bij zijn natuurlijk. En de Dichtpiet, a.k.a. mem, had er ook nog een paar lieve gedichten bij gedaan. Daarna zijn we niet meer de stad in geweest, gewoon een lekker rustig dagje! Die avond zijn Nynke en ik nog naar een discotheek hier vlakbij geweest, genaamd Paddock, en dat was heel gezellig. We hadden veel mannelijke aandacht met onze lengte en blonde haren!
De zondag hebben we nog een rondvaarttocht gemaakt over de rivier die door Sevilla stroomt, was heel gezellig en gelukkig was het mooi weer. En zelfs ik had ook weer wat nieuwe dingen over Sevilla geleerd van het automatische bandje die onze gids moest voorstellen!

domingo, 28 de noviembre de 2010

Wat voor titel zal ik deze blog eens geven?

Week 9: (8 - 14 november)
De maandag weer helemaal hersteld van het buikgriepje, maar de vreugde was maar van korte duur, want de woensdag werd ik wakker met een heerlijke catarro, oftewel verkoudheid. Maar dat mocht de pret niet drukken, want die avond had ik met Nathalie, Karlijn en Isabelle en nog zeven Belgische meiden afgesproken een Hollandse/Belgische avond te houden om weer eens lekker Nederlands te kunnen praten! Zo konden we ongegeneerd alle tekortkomingen van de Spanjaarden ten opzichte van ons noordelingen de revue laten passeren: denk bijvoorbeeld aan het Spaanse organisatorisch (on)vermogen, hun ietwat twijfelachtige smaak voor huisinrichting en het “respect” dat ze voor de vrouwelijke helft van de samenleving tonen door middel van gejoel, geschreeuw en ongewenste intimiteiten. Als locatie voor deze gezellige meidenavond hadden de Belgische meiden het tapasrestaurant uitgezocht waar helemaal gek van waren, genaamd Los Coloniales. Na enige verwarring over waar deze zich eigenlijk bevond (volgens een barman moesten we rechts, maar volgens een voorbijlopend paar moesten we toch echt links… Later bleek dat er in Sevilla twee restaurants Los Coloniales heten...), konden we eindelijk aanschuiven en genieten van de Spaanse keuken, onder het genot van een wijntje of sangriaatje. Dat moesten we de Spanjaarden wel nageven, ondanks hun gebreken, zijn zij wel de meesters in de kookkunst en dat voor een allerzachtst prijsje: voor een hele avond tafelen voor elf meiden, inclusief de drankjes, hoefden we per persoon slechts een schamele €8,25 neer te leggen. Dat geloof je toch niet, dat ben je in Nederland alleen al kwijt voor het voorgerecht! Dus diezelfde onintelligente en respectloze Spanjaarden hadden meteen alweer onze harten gestolen…

Vrijdag na college op weg naar huis merkte ik een ongewoon straatbeeld op: veel meer mensen dan normaal liepen op straat, bijna allen hadden ze sjaals om, en dat terwijl het nog steeds een aangename 18 graden was, op een of andere manier was 90% van hen man en werkelijk allemaal liepen ze één en dezelfde richting op. “Wat is hier aan de hand?!”, dacht ik bij mezelf. Ik had het nog maar net gedacht of daar doemde de oplossing in de verte al op: het voetbalstadion van Sevilla. Dat verklaart alles.

De zaterdag had ik met Lizzy, een Schots meisje, en haar novio (vriend) Mario afgesproken om daar te komen eten om eens Schotse culinaire hoogstandjes te proberen. Misschien was het beter geweest als zij bij mij waren komen eten, niet dat ik nou een keukenprinses ben, maar mijn huis is in ieder geval makkelijk te vinden. Lizzy woont namelijk in een flatgebouwencomplex hier dichtbij, maar ondanks de korte afstand die ik hoefde af te leggen heb ik er bijna drie kwartier over gedaan. Ze had gezegd dat ze op nummer 154 woonde, 7e verdieping. “Prima, moet goed komen,” dacht ik. Maar algauw bleek dat aan die beschrijving drie flatgebouwen voldeden: 154A, 154B en 154C. Daarbij hadden die allemaal een linkertrap en een rechtertrap die allebei naar verschillende appartementen op de 7e verdieping leidden. Maar Lizzy had niets over welke kant van het gebouw, en dus welke bijbehorende trap, ik moest hebben. En om het helemaal compleet te maken, leidde iedere aparte trap weer naar twee verschillende appartementen: 7A en 7B. En ook daar had ze me niets over verteld. Nu denk je misschien, “Nou bel haar even op, dan weet je welke je moet hebben, geen probleem toch?” Nee, inderdaad geen probleem, ware het niet dat Valentine mijn telefoon die avond had. Het modem van ons nieuwe internet was namelijk aangekomen, maar niet iedereen kon zich op het internet aansluiten, dus die hing al anderhalf uur aan de telefoon met een of andere técnico van Yacom om dat probleem de wereld uit te helpen. Dus daar stond ik ’s avonds om 22u (want zo laat eet met hier ’s avonds), in een uitgestorven straat, zonder mobiel, met de fiets aan de hand, voor een doolhof van flatgebouwen. De wanhoop had nog net niet toegeslagen of er kwam een vrouw uit een van de vele gebouwen naar buiten. Ik snelde naar haar toe en vroeg welke van de gebouwen 154 was. “Oh das makkelijk, hier links om dit gebouw hier voor je heen en dan aan het eind weer links.” Opgelucht en vol vertrouwen volgde ik de aanwijzingen van de aardige mevrouw op. Maar eenmaal aangekomen, bleek dat gebouw 152A en 152B mij aangaapten. Na wat om me heen te hebben gekeken, bleek er geen 154 in de buurt te zijn. Dan maar even bij het barretje naar binnen, wat zich tegenover één van die gebouwen bevond. Een oude Chinese man en wat neem ik aan zijn dochter was, runden het zaakje en vroegen me wat ik wilde. Ik zei dat ik gebouw 154 nodig had.
- “Welke? Er zijn drie: 154A, B en C.”
- “Ja, dat weet ik eigenlijk niet.”
- “Nou, maakt niet uit, ze bevinden zich allemaal bij elkaar. Hier weer terug en om dat gebouw heen rechts, daar staan ze.”(Daar kwam ik net vandaan!)
- “Nee, dat denk ik niet, want ik heb net aan een mevrouw gevraagd en die stuurde me juist hier heen.”
- “Nee, nee, dit er is blok 152, 154 is daar, ik loop wel even met je mee.”
Dus daar liep ik met een klein Chinees mannetje over de nog steeds doodstille straten, naar de gebouwen waar ik net vandaan was gekomen, waar die vrouw me had ‘geholpen’. En ja hoor, in koeienletters stond er 154A op de muur van een van de drie. “Waarom heb ik die niet eerder gezien?!” sloeg ik mezelf voor de kop. Ik bedankte de man voor z’n hulp en terwijl ik dat deed, kwam toevallig diezelfde vrouw er weer aan. Ze keek me aan en naar de Chinese man naast me en vroeg waarom ik hier nog stond.
- “Nou, dit is gebouw 154 en die had ik nodig.”
- “Oh, zei je 154? Ik dacht dat je 152 zei!”
“Uh nee, 154,” zei ik, terwijl ik me ontzettend verbaasde over de belachelijkheid van het misverstand, want hoe moeilijk is het om het verschil tussen twee (dos) en vier (cuatro) te horen?! Maar goed, de vrouw wilde me nog steeds helpen en vroeg hoe de persoon heette wie ik zocht, misschien kende ze diegene ook en dan hoefde ik niet alle drie gebouwen af te gaan. Ik zei de naam en dat ze op de 7e woont, maar de vrouw kende haar helaas niet. “Maar,” zei ze, “dan kunnen het gebouw 154B en C niet meer zijn, want die zijn kleiner, die hebben maar vijf verdiepingen.” Dus al die tijd stond ik al bij precies het goede gebouw. Ik bedankte haar en terwijl zij weer naar binnen ging, waagde ik me aan de intercom. Aangezien er twee trappen in het gebouw waren die allebei naar twee appartementen leidden, had ik vier opties. Nummer 1. Geen gehoor. Nummer 2. Mannenstem. Ik dacht, misschien is het Mario. “Hola, ben jij dat, Mario?” zei ik in de krakerige microfoon van de intercom. Een chagrijnige man deelde me mee dat hij geen Mario kende. Ik wilde nog sorry zeggen, maar de man had alweer opgehangen. Dan nummer 3. Een vage meisjesstem antwoordde. “Lizzy, ben jij dat??” vroeg ik, verrukt dat dit haar wel eens zou kunnen zijn en dat het gezoek dan afgelopen zou zijn. Een raar krakend geluid kwam door de nu onverstaanbare intercom, maar de deur werd opgedaan, dus ik nam maar aan dat het Lizzy was geweest. Maar nu stond ik voor de twee trappen. En aangezien ik niet in liften durf, moest ik ook met de trap. Maar de zevende verdieping was de hoogste, en als ik de verkeerde trap zou kiezen, moest ik weer helemaal naar beneden en vervolgens de andere trap helemaal op! Dilemma, wat te doen? Na een mislukte poging om de beste oplossing te vinden, besloot ik voor de rechtse te gaan, want het maakte toch niet uit, het was 50% procent kans, dus dan maar hopen dat ik de goede had gekozen. Maar halverwege, bij de derde verdieping, had ik zo’n gevoel dat ik me op de verkeerde trap bevond. Na enig twijfelen, besloot ik er op te vertrouwen dat dat gevoel klopte en ging ik weer naar beneden om de linker trap te nemen. Ik hoopte echt dat dat gevoel gelijk had, want zo niet, dan moest ik weer helemaal de linkertrap af en alsnog weer de rechtertrap op, en dat met de verschrikkelijke gedachte dat ik er, had ik niet op dat gevoel vertrouwd, al bijna was geweest! Dus uitgeput kwam ik aan op de zevende verdieping van de linkertrap. Het moment van de waarheid. Welke van de twee appartementen zou het zijn, áls dit inderdaad de goede trap was. 7A of 7B? Ik was even stil om te luisteren of ik ook stemmen hoorde die ik zou kunnen herkennen, want je wilt natuurlijk niet ’s avonds laat hijgend aan de deur van een vreemde verschijnen. In 7A meende ik een stem van een oudere vrouw op te vangen, dus met een mengelmoes van twijfel en voorbarige euforie belde ik aan bij 7B. En na enige momenten van gespannen wachten verscheen Lizzy in de deuropening. Wat een opluchting! Ze vroeg waarom ik zo laat was, het was inmiddels al 22.40u, dus ik legde haar het hele verhaal uit. Op dat moment realiseerde ik me ineens dat ik de fiets nog bij dat barretje had laten staan, zonder hem ergens aan vast gebonden te hebben, want ik wilde alleen maar even wat vragen, dus had ik hem niet op slot gedaan. En als ik hem nu niet op zou halen, zou ik hem de volgende dag weer op de Mercadillo terug moeten kopen, en daar had ik natuurlijk geen zin in, dus toch maar ophalen dan. Joder (beter als ik dat niet vertaal ;)). Nog nahijgend van de klim, mocht ik weer de hele trap af, naar het barretje lopen, mijn fiets ophalen, weer terug naar haar gebouw om hem daar binnen de hekken vast te zetten om vervolgens wéér helemaal de trap op te gaan. Lizzy zei dat ze wel even met me meeging en rond 23u konden we eindelijk aan tafel. Ook Mario was inmiddels nieuwsgierig geworden waarom het allemaal zo lang had geduurd, dus hem ook alles verteld. Ik had inmiddels honger als een beer gekregen en heb de Schotse lekkernijen naar binnen geschoven alsof mijn leven er van afhing.

Diezelfde zaterdag waren heel veel huisgenootjes op stap geweest, kwam ik die nacht om 5u achter toen de serene stilte in het huis doorbroken werd door het dronken lawaai waar ze mee thuiskwamen. En het vervelende is dan dat ze niet meteen naar bed gaan, maar nog na gaan drinken, als ze dat er nog niet uit gekotst hadden. Om 6u was het eindelijk wat stiller geworden, dus ik kon weer verder slapen. Volgende dag, of eigenlijk, diezelfde dag dus, lekker rustig zondagje gehad. Pas rond 15u kwam een van mijn verdiepinggenootjes uit bed. Of dat dacht ik tenminste: uit de kamer van Olivier kwam niet Olivier zelf tevoorschijn, maar Karl. Met alleen een onderbroek en een paar sokken aan. Verbaasd - niet alleen om het feit dat het Karl was, maar ook om de manier waarop hij daar in het gangetje stond - vroeg ik hem waarom hij hier geslapen had. “Olivier was te dronken om de trappen op te komen. Hij is in mijn bed in slaap gevallen, dus toen ben ik maar in zijn bed gaan slapen.” Zo gaat dat hier bij ons in huis, wat er ook gebeurt, we zorgen altijd voor elkaar ;).

martes, 9 de noviembre de 2010

De wonderen zijn de wereld nog niet uit

Week 8: (1 - 7  november)
Deze week begon niet erg leuk, aangezien ik dus een buikgriepje had opgelopen het weekend ervoor. Heb de zondag de helft van de dag in bed gelegen en toen Berber en ik daarna om 14u even naar de OpenCor (zoals de naam al enigszins doet vermoeden, dit is supermarkt die bijna altijd open is, dus ook op zondag) wilden gaan om wat broodnodige boodschappen te doen, werd ik op de terugweg licht in m’n hoofd en zag het er naar uit dat, na al te hebben overgegeven op straat de dag ervoor, ik nu zou gaan flauwvallen op straat. Dat idee vond ik echt te gek voor woorden, dat weigerde ik gewoon. Ik wilde zo snel mogelijk naar huis, dus steeds diep uitademen (ik was namelijk aan het hyperventileren) en op een of andere manier hadden we het gered. Mijn kamer is immers op de tweede verdieping, maar ik was echt niet in staat om de trappen nog op de gaan, en dat zou ook veel te gevaarlijk zijn geweest, dus klopte ik aan bij de deur van de begane grond en zij hebben mij verzorgd totdat ik weer wat was bijgekomen. De rest van de dag dus ook maar de hele dag in bed gebleven. Die avond voelde ik me al weer een stuk beter en ik had die nacht ook goed geslapen, dus de volgende dag, de maandag, besloten Berber en ik nog even Sevilla in te gaan, aangezien het haar laatste dag in Sevilla was. Dat bleek achteraf overmoedig en mijn overmoed zou die avond gestraft worden met weer overgeven (voor de verandering was ik nu wel gewoon thuis) en me beroerder dan ooit voelen. Aangezien Berber haar vlucht de dinsdagochtend al om 06.30 zou vertrekken, kon ik haar ook niet meer op de taxi naar het vliegveld zetten, dus het afscheid om 4.00 ’s nachts was nou niet echt wat je noemt warm. Niet heel leuk voor Berber natuurlijk, en ik vond het zelf ook heel vervelend, maar ja “at it net kin sat it mat, dan mat it mar sat it kin.”
De dinsdag voelde ik me ontzettend zwak, na ook een rotnacht, en heb ik weer de hele dag in bed gelegen en af en toe voorzichtig wat gegeten. Niet te veel natuurlijk, want dan zou het er misschien net zo hard weer uit komen, maar ik kon ook niet niet gaan eten, want dan werd ik juist misselijk van de honger. Dus de hele dag balanceren op het randje van ‘wordt dit teveel of heb ik dit juist nodig?’ 10 digestive koekjes (moalkoekjes in het Fries, in het Nederlands weet ik de term niet), 4 appels en 2 danone-toetjes later, voelde ik me ’s avonds al iets beter, maar nog niet in staat om ook maar naar de wc of de keuken te gaan. Om half zeven werd ik echter opgeschrikt door mijn telefoon, de beltoon schelde ineens door de kamer en na een paar tellen drong het tot me door dat iemand me aan het bellen was. Met de luttele krachten die ik die dag had opgebouwd met de o zo energiegevende moalkoekjes, richtte ik mezelf op in bed en pakte ik de telefoon van m’n nachtkastje. Ik nam op met “Sí?” en een of andere man stak een groot verhaal af, waarvan ik alleen de woorden ‘internet’ en ‘ya’ opving. Het duurde namelijk even voordat de hersenen waren overgeschakeld op het Spaans. “Perdona, wat heeft u nou net gezegd?” Weer onverstaanbaar snel Spaans, maar aangezien ik het kernwoord ‘internet’ had opgevangen vroeg ik of hij misschien één van onze ‘vrienden’ van Jazztel was. “Nee, wij zijn Yacom (dat verklaarde meteen die ‘ya’ die ik op één of andere manier had opgeslagen).” Ik had namelijk laatst een keer naar hun gebeld? Nou wist ik dat ik ziek was en dat ik dan misschien niet alles even helder op een rijtje had als normaal, maar ik wist zeker dat dat toch echt niet het geval was, dus ik vroeg of onze huisbaas Antonio hen misschien had gebeld. Ja ja, dat kon het wel eens zijn en Antonio had toen mijn telefoonnummer doorgegeven om het verder te regelen. Op een of andere manier ben ik nu dus gebombardeerd tot de hoofdverantwoordelijke voor het internet van het hele huis, lekker dan. Nou meneer Yacom, vertel dan maar even wat jullie aanbieding inhoudt. Het klonk goed, snellere verbinding, de eerste zes maanden maar €30 en daarna €40, wat dus gemiddeld zo’n schamele €3 per persoon is, ideaal. “Maar voordat u verder gaat, is het een probleem dat ik in Nederland, op mijn Nederlandse bankrekeningnummer, een lening heb? Want bij Jazztel was dat een enorm probleem en als dat bij jullie ook zo is, kunnen we meteen wel ophouden.” Stilte. En toen kwam het beste antwoord van alle mogelijke antwoorden die de man had kunnen geven: “Nee hoor, we hebben alleen uw gegevens nodig en uw bankrekeningnummer.” Ik kon het niet geloven, zou het nu eindelijk eens een keer lukken om fatsoenlijk internet af te kunnen sluiten?! “Fantástico,” zei ik, en na me ervan te hebben verzekerd dat we inderdaad niet meer moesten betalen dan wat hij had gezegd (installatiekosten en dat soort flauwekul), gingen we door met de gegevens en het bankrekeningnummer. Nadat de man alle gegevens nog een keer had herhaald om er zeker van te zijn dat alle nummers enzo klopten, vroeg ik of er nu van die verificadores gingen bellen om te controleren of ik wel ben wie ik zeg dat ik ben. Weer stilte.
- “Uh nee.”
- “Nee?”
- “Nee, we zijn klaar.”
Weer zo’n hemels antwoord! Ik kon het niet geloven: ik lag al de hele dag ziek, zwak en misselijk op bed, maar ik had internet afgesloten :D! Ik voelde me opslag niet meer ziek. Maar we zijn er nog lang niet, nog nergens van uit gaan Martine. Het gaat altijd op één of andere manier wel weer fout, dit was pas de eerste stap in het tergend lange proces. De hele avond nog gewacht of ze terug zouden bellen met het nieuws dat er tóch iets verkeerd was gegaan, maar dat telefoontje bleef goddank uit en met een tevreden lach viel ik weer in slaap.

Helaas zorgde het gelukzalige idee dat we eindelijk fatsoenlijk internet hadden af kunnen sluiten er niet voor dat ik inderdaad niet meer ziek was, maar de dagen erna ging het wel steeds beter en de vrijdag voelde ik me zelfs zo goed, dat ik me, zij het met enige twijfel, weer aan de colleges waagde. Ik heb ’s ochtends een vak gevolgd, maar ben niet naar het college daarna gegaan, want ik merkte dat ik toch nog wat meer moest uitrusten. ’s Middags weer geslapen en toen ik weer wakker werd, voelde me al weer een stuk beter, waardoor ik besloot ook nog maar even naar mijn college van die avond, Latijn, zou gaan. Misschien zou ik er niet zo veel van begrijpen, omdat ik de afgelopen drie lessen er niet bij had kunnen zijn, maar dan kon ik wel alvast even iemand vragen of ik zijn of haar aantekeningen mocht kopiëren, om de schade weer wat in te kunnen halen. Leuk bedacht allemaal, maar de docente dacht er anders over, want toen ik om zeven uur het klaslokaal binnenkwam, werd het me al gauw duidelijk dat dit geen normale les zou worden: we hadden een tussentijdse toets. Maar dat wist ik natuurlijk niet, dus ik had niet geleerd, en bovendien zou die toets ook over stof gaan die ik had gemist. Dus meteen de situatie aan de profesora uitgelegd, en ze zei gelukkig dat het niet erg was en dat ik wel gewoon kon proberen en dan zagen we het wel. Alle rijtjes van declinaties en naamvallen die nog enigszins waren blijven hangen, moesten mij door die toets slaan, en na anderhalf uur alles neerpennen wat ik nog wist, leverde ik mijn toets in. Enerzijds tevreden dat hij voor het feit dat ik totaal onvoorbereid was nog redelijk ging, maar anderzijds teleurgesteld dat ik het niet van te voren wist, want alleen als je op alle tussentijdse toetsen een voldoende haalt, ben je vrijgesteld van het eindexamen, dus die kansen waren nu wel verkeken.
Gister (maandag) had ik weer Latijn, en na eerst wat ingewikkelde theorie te hebben uitgelegd, begon de docente ineens de nagekeken toetsen uit te delen. Dat was zeer verrassend, want normaal duurt zoiets hier twee weken voordat je je cijfer te horen krijgt. Na een paar vreugdekreten maar ook balend gemopper achter me, kreeg ik mijn toets onder m’n neus geschoven: ik had een 5! Misschien denk je, waarom zou je blij zijn met een 5, want dat betekent dat je het net niet hebt gehaald! Maar dit is nou het geweldige van Spanje, hier ben je aprobado, oftewel geslaagd, met een 5!!! Hoe geniaal! Ik kon het niet geloven: als ik hier na een week ziek op bed te hebben gelegen een toets kan halen zonder er voor te leren en zonder dat ik überhaupt alle stof heb gehad, dan moeten die andere toetsen ook lukken. De hele weg terug naar huis op de fiets kon ik alleen maar lachen. Ik had de toets gewoon gehaald! En dus ben ik nog steeds in de running voor de vrijstelling van het eindexamen! Vlak voordat ik afsla naar mijn straat, valt mijn oog op zo’n grote groene lichtgevende plus die al die apotheken hier hebben: 21.54u zegt hij. “Huh,” denk ik, “ik was toch half negen klaar met die toets? Hoe kan het nu dan al tien uur zijn?” Nog zoiets geweldigs, het is al meer dan een week geleden dat de wintertijd in heel Europa is ingegaan, maar nog steeds zijn er Spanjaarden die hun klok niet hebben aangepast: deze apotheek niet, en zondag zag ik dat de klok in mijn internetcafé ook nog steeds de zomer in de bol heeft: heerlijk, ik hou van dit land.

sábado, 6 de noviembre de 2010

Pase lo que pase

Door bezoek en ziekte heb ik vorige week geen blog kunnen plaatsen, dus hier is hij alsnog ;).
Ook was ik iets te enthousiast toen ik in de vorige blog zei dat er nog een deel 2 aan zou komen, maar goed, zie hier een nieuwe blog :)

Week 7 (25 – 31 oktober)
Woensdag hadden we groot feest: niet omdat er iemand jarig was, maar het kwam toevallig zo uit dat iedereen in het huis, dus alle twaalf, op stap ging die avond en daarom vrienden had uitgenodigd om allemaal bij ons thuis ‘s avonds voor te drinken. Ik had ook aardig wat mensen uitgenodigd: Nathalie en Isabelle, een paar Poolse meisjes die ik ken via één van mijn vakken en Miguel. Om de geheugens even op te frissen, dat is immers de jongen die nu in mijn oude kamer woont, bij Nathalie en Pauline. Hij voelde zich ook meteen zo vrij om zijn zeven man sterke vriendengroep er bij uit te nodigen, dus het dakterras zou aardig gevuld zijn, tot grote vreugde van de buren! Maar de buren konden gerust zijn, want uiteindelijk zijn alle meiden die ik had uitgenodigd wel op komen dagen, maar de jongens niet (ik insinueer niets, maar het is wel een opmerkelijke constatering). Het lot wilde het namelijk zo, dat Miguel z’n telefoon precies die avond de geest zou geven, waardoor hij me niet kon bellen dat hij en zijn vrienden op de afgesproken plaats waren aangekomen. Hij wist namelijk niet waar mijn huis was, dus zou ik hen bij Gran Plaza, op vijf minuten lopen van mijn huis, ophalen en hij zou bellen als ze daar stonden. Maar vergeet niet, ik wist natuurlijk niet dat die telefoon van hem er mee was opgehouden. Dus toen ik om 12 uur ’s nachts nog steeds geen teken van leven van hem gekregen, maakte ik me geen zorgen, onder het motto “dat is nou eenmaal het Spaanse tempo hier.” Maar had hem toch maar even gesmst dat rond half één vanaf ons huis de volksverhuizing werd ingezet richting het voetbalstadion, waar die avond de botellón was, zodat hij en z’n vrienden daar wel konden komen. Voor de mensen die niet bekend zijn met het voorgenoemde fenomeen, een botellón is een massaal voordrinkfeest op straat, waarbij jongeren drank meenemen naar de afgesproken plaats en die dus openlijk op straat consumeren (officieel zijn botellones verboden, maar daar is hier werkelijk niets van te merken). Maar voordat de standaard vooroordelen over Erasmusstudenten meteen weer opdoemen, zo’n botellón is niet alleen maar zuipen en al dronken zijn voordat je überhaupt voet hebt gezet in de discotheek, het heeft ook economisch nut: er lopen namelijk altijd van die knappe Spanjaarden rond die gratis entreekaartjes aan iedereen meegeven, om zo mensen naar hun discotheek te krijgen. Dus dat scheelt weer €5 entree. Maar dat is nog niet alles, want meestal zit er bij dat gratis entreekaartje ook nog een eerste gratis consumptie (à minstens €4, zie vorige blog)! Dat noem ik nog eens op de kleintjes letten, we blijven ten slotte arme studenten ;)!
Maar goed, still no sign of Miguel en zijn vrienden, ook niet op de botellón. Dan maar eens bellen. Voicemail. Nou ja, dan nog maar een smsje om te zeggen dat wij alvast naar de discotheek gingen en dat ik ook kaartjes voor hen had geregeld, dus dan moesten ze maar even bellen als ze bij de ingang stonden, dan kon ik ze hun kaartjes geven. Maar helaas, ook bij de discotheek geen Miguel en z’n amigos te bekennen. Weer twee keer gebeld, maar wederom geen gehoor. Nu wist ik ook niet meer wat ik er van moest denken. Hoorde dit ook bij Spaanse cultuur, een paar uur van tevoren nog bellen om te zeggen dat je er zal zijn en vervolgens de hele avond en nacht niet op komen dagen en niks van je laten horen? Of is dat iets universeels en heet dat gewoon: jongens?
De volgende dag dacht ik dat hij dan wel iets van zich zou laten horen, iets in de trant van dat ze toch van plannen waren veranderd en dat ze daarom niet meer met ons op stap gingen. Maar nee hoor, helemaal nada. De vrijdag ook niet. Meneer Miguel had blijkbaar helemaal geen haast om de situatie uit te leggen (mañana, mañana), want pas de zaterdagmiddag kreeg ik een berichtje via Facebook dat zijn telefoon die avond om tien uur ’s avonds er mee was opgehouden – dus vlak ná het telefoontje om negen uur die avond waarin hij zei dat ze bij het Gran Plaza zouden staan – en dat hij daarom niet had kunnen bellen dat ze er stonden. Persoonlijk leek het me sterk, maar Nathalie, aangezien zij huisgenoot van hem is, kon me vertellen dat hij inderdaad de week daarvoor ook al naar de winkel was geweest met z’n telefoon omdat die kuren vertoonde. Dus enigszins gerustgesteld, maar nog steeds teleurgesteld, hoopte ik dan maar dat het boze smsje wat ik hem de vrijdag had gestuurd, dan ook niet was aangekomen...

Donderdag kwam Berber langs :D! Na een lange reis van twee dagen (door een staking in Frankrijk onder o.a. vliegveldpersoneel moest haar originele vlucht geannuleerd worden en met haar nieuwe vlucht kon ze niet rechtstreeks naar Sevilla vliegen, dus heeft ze een nacht door moeten brengen op Málaga Airport) was ze aangekomen in Sevilla. Ik haalde haar met de fiets op van de Plaza de Armas, waar de bus vanuit Málaga haar had gedumpt. Ja, dat las je goed. Met de fiets! Sevilla is voor een Spaanse stad behoorlijk fietsvriendelijk, dus drie weken geleden besloot ik op de Mercadillo (zwarte markt waar zigeuners gestolen spullen verkopen) een fiets aan te schaffen! Maar ja, dat zijn natuurlijk niet het type Gazelle of Batavus fietsen wat we in Nederland gewend zijn, maar goed, het fietst, het remt, en het heeft maarliefst vijf versnellingen die het ook nog eens allemaal doen! En dat voor maar €60! Ja ik weet het, ik ben dik afgezet, maar ja, met m’n Hollandse charmes heb ik er in ieder geval nog €5 af weten te krijgen. Dus met mijn prachtige blauw met witte, veel te kleine retrofiets, koersten ik en Berber met haar koffer richting mijn huis. We bleken echter een ware attractie: twee blonde lange meiden, op één fiets, terwijl degene die achterop zat, Berber in dit geval, haar koffer lawaaierig meesleurde over de stenen van de rivieroever. Aan de lachende mensen, joelende en fluitende jongens en enthousiaste toeristen merkten we dat dit niet de meest voor de hand liggende manier van transport was in Spanje, maar dat het wel als zeer ingenieus werd gezien.

De vrijdag hebben Berber en ik wat dingen in Sevilla bezocht, waaronder de stierenvechtarena van Sevilla, en de zaterdag zouden we samen met Isabelle een dagje naar Córdoba, een stad hier op een uurtje treinen vandaan. Helaas hadden de weergoden besloten dat het na drie weken zon weer eens tijd was voor een dagje regen, dus erg veel moois van de stad hebben we helaas niet kunnen zien, omdat de randen van de paraplu ons zicht behoorlijk beperkten. En om het allemaal nog even wat erger te maken, heb ik die dag door de kou, de regen en ongaar vlees waarschijnlijk ook een buikgriepje opgelopen. In de trein terug naar huis voelde ik me al wat misselijk, maar het ging nog en ik dacht misschien gaat het straks wel over, want meestal heb ik een sterke maag. Toen we om acht uur ’s avonds weer in Sevilla waren terug gekomen, hadden we ook nog met Nathalie en Pauline afgesproken om bij haar pasta te gaan eten. Het idee om pasta te gaan eten lokte me helemáál niet, maar ik dacht “dan neem ik gewoon een beetje.” Maar de misselijkheid stak steeds weer de kop op en na het eten zei ik dat ik nu echt naar huis wilde, want ik voelde me echt niet goed. We waren nog maar net buiten op straat, of ik voelde al dat we ons huis niet gingen halen. En ja hoor, daar stond ik op straat, vlakbij onze geliefde Erasmus discotheek, op zaterdagavond, om elf uur over te geven. Drie keer raden wat de voorbijgangers dachten…

lunes, 25 de octubre de 2010

Gasflessen en inschrijvingen


Eerst maar even een update over de dingen van vorige week.

Week 6 (18 – 24 oktober)
Dinsdag verbazing alom. Om 11.34 wordt er aangebeld bij alle drie verdiepingen (we hebben namelijk allemaal een eigen bel per verdieping). Er belt nooit iemand aan. Zouden het de buren zijn? Of nog erger, de politie? Misschien denk je, waarom denkt ze dat er politie voor de deur zou staan? Nou, gisteravond was het maandag en maandags en vrijdags is hier altijd een Erasmusfeest in een discotheek op loopafstand (of liever, kruipafstand ;)). En voordat we naar zo’n feest gaan, drinken we meestal voor in het huis, omdat de drank in de discotheek abnormaal duur is: 1 cola + 1 fanta + 2 bier = 16 euro, heb ik vorige week geleerd. Maar de buren zijn op z’n zachtst gezegd not amused, want waar drank is, is lawaai. Onze buren, waarmee we een muur delen, hebben al twee keer gedreigd de politie te bellen als we niet om 12 uur ’s nachts stil zijn. En dan zouden ze ons ook niet van te voren meer waarschuwen, maar meteen bellen. En aangezien het die maandag om half twee ’s nachts nog een lawaai van jewelste was, vreesde ik dat ze de politie hadden gebeld, die ons nu wel even zou vertellen dat dit zo echt niet langer kon. Dus met enige angst en vertwijfeling doe ik de deur open. Maar dat was nergens voor nodig, want het was een goddelijk knappe Spaanse jongeman met onze nieuwe gasfles, die hij nonchalant over z’n rechterschouder had geworpen. “Hola” was het enige wat ik uit kon brengen, onder de indruk van zijn verschijning en opgelucht dat het niet de policía was die me kwam inrekenen. “Mag ik binnenkomen?”, vraagt hij enigszins vertwijfeld. “Ja, ja, natuurlijk, pasa, pasa”, antwoord ik, terwijl ik mezelf voor de kop sla dat ik dat niet meteen had gezegd, want hij droeg die 12,5 kilo zware gasfles op zijn – goddelijk gespierde – schouders. Twee minuten later heeft meneer alles aangesloten en zegt dat dat dan €13,80 is. Geweldig, voor nog geen vijf euro de man kunnen wij weer een maand vooruit!

En dan hadden we nog de inschrijving. Donderdag te horen gekregen dat ik definitief sta ingeschreven. “Mooi”, dacht ik, “dat ook weer klaar.” Maar dat was te vroeg gejuicht. Voordat de inschrijving helemaal rond is, zijn er nog een aantal hindernissen te nemen:
1. Eerst moet ik maarliefst één hele euro en 12 eurocenten betalen voor de verplichte scholierenverzekering van de universiteit. Geen idee waar ik nu tegen verzekerd ben, maar gezien het bedrag van €1,12 voor een heel collegejaar kan dan nooit veel zijn, misschien voor het geval dat ik mijn pen kwijtraak.
2. Daarna naar de Delegación de Alumnos (iets van een leerlingendepartement binnen de faculteit) waar ik fichas  (formulieren) moet ophalen. Daar ben ik vandaag net geweest, en natuurlijk waren die dingen op. “Wanneer zijn er weer nieuwe dan?” “Geen idee,” is het enige wat de jongen die blijkbaar de hele Delegación representeert, me kan melden.
3. Zodra ik die fichas heb bemachtigd, moet ik ze invullen – per vak een aparte ficha – en aan de betreffende docent geven. Dat is als het ware een bewijs dat ik sta ingeschreven voor zijn vak. Denk ik.
4. En als laatste mag ik dan weer naar of het Secretaría, of Relaciones Internacionales, of het Erasmus Office of de Delegación de Alumnos om een e-mailadres van de universiteit aan te vragen. Op die manier heb ik dan toegang tot wat de docenten online zetten op de site van hun vak. Vergelijkbaar met RUGmail en Nestor, voor de mensen die aan de RUG studeren ;).
Wanneer ik dit allemaal gedaan heb, dán pas mag ik me een studente aan de Universidad de Sevilla noemen.

En als we het dan toch over inschrijvingen hebben, dinsdag hebben Valentine en ik ons ingeschreven in het studentensportcomplex van de US (afkorting voor Universidad de Sevilla). Jaaa, we hebben ons ingeschreven, het voltooid deelwoord, dus het is voltooid, als in klaar, afgerond, en dat in een keer, hoe is het mogelijk! Maar dat ging natuurlijk niet zonder slag of stoot. De eerste berg die moest bedwongen worden, was die van de Wachtkamer. En dat was vrij lastig, aangezien er geen rol meer in dat nummertjes-apparaat zat, maar er nog wel een scherm steeds pliepte dat degene met het volgende nummer kon binnenkomen. Chaos en verwarring alom, want wie was degene voor jou, wie was de laatste? Oftewel, wie moest je in de gaten houden, want zodra die aan de beurt was, was jij de volgende. En om het nog ongemakkelijker voor iedereen te maken, duurde het steeds heel lang voordat de teller weer een nummertje klom, wat de spanning alleen maar erger maakt. Want als alles redelijk snel zou gaan, maakt het niet zoveel uit als iemand per ongeluk voor jou gaat, omdat hij niet doorhad dat het jouw beurt was in plaats van de zijne. Maar dat was nu niet het geval. Nu moest je er wel zeker van zijn dat jij degene was die aan de beurt was, want zo niet, dan kon je rekenen op boze blikken, zuchten, geroezemoes achter je rug en andere sociaal ongemakkelijke situaties die de mensheid rijk is. Of in het ergste geval, iemand die je er ten overstaan van de hele wachtkamer op aan spreekt. Maar gelukkig zijn we nog steeds in Spanje, dus men is vrij relaxt, en al na twee uur waren wij aan de beurt. Al? Ja, al. Want wij hadden namelijk het geluk dat er twee meisjes naast ons zaten die nog wel in een ver verleden toen de rol nog niet op was een nummertje hadden kunnen bemachtigen. Maar zij waren het wachten zat en vroegen aan ons of wij hun nummertjes dan ook wilde hebben. Nou dat lieten we ons geen twee keer zeggen, dus wij werden de trotse bezitters van nummertje 29 en 30. Op dat moment stond de teller op 12. Maar hadden wij niet die nummers gehad, hadden we minstens moeten wachten tot 36, want dat was het laatste nummertje dat het apparaatje had kunnen produceren.
Eenmaal binnen, gaven wij aan dat we ons wel graag wilde inschrijven. Dat kon, we moesten de studentenkaart van de US, €11 en een pasfoto geven. “Een pasfoto?” vroeg Valentine. “Dat is ons helemaal niet gezegd!” We zagen onze poging tot inschrijven al helemaal in het water vallen. Ongelofelijk, na twee uur in spanning wachten zou zij zich niet in kunnen schrijven, omdat ze geen pasfoto bij zich had. Ik wist het ook niet, maar had bij toeval de pasfoto’s die ik in de eerste week had laten maken bij me, in de beurs. Na veel aandringen van Valentine, zei de mevrouw achter het bureau, dat ze misschien wel de foto van Valentine’s paspoort kon inscannen, en dan die foto eerst gebruiken. Goddank lukte dat. Wij helemaal blij dat we ons nu toch allebei konden inschrijven. Maar we waren er nog niet. Want nu nog de betaling. Er was ons verteld €11 mee te nemen, maar om de inschrijving af te ronden, moest je ook meteen de eerste maand betalen, te weten €26. Dus in totaal €37. Valentine had dat wel contant bij zich, maar ik niet. Maar er kon ook gepind worden, dus mevrouw haalt mijn pas door dat apparaat, maar natuurlijk lukte dat niet, want mijn pinpas werd niet gelezen door dat ding. Nou dan m’n pas van mijn Spaanse bankrekening maar. Die was gloedjenieuw, dus dat moest goed komen. Maar je raadt het al, wederom pech, want ook die werd om voor mij nog steeds onbekende redenen geweigerd. Nou dan was er nog wel een geldautomaat om de hoek dus ik zou daar wel even geld pinnen, misschien pakte die mijn pas wel, want normaal lukt dat bij gewone geldautomaten wel. Hoe kon ik zo stom zijn daar van uit te gaan, want hier geld de wet van Murphy: alles wat verkeerd kan gaan, gaat ook verkeerd. Nou, weer naar het kantoor (door de Wachtkamer, heel raar gevoel, want ik liep zomaar naar binnen, terwijl de rest nog ‘geduldig’ zat te wachten). Valentine had in de tussentijd haar beurs doorgespit en had nog een briefje van 20 en wat munten voor me en ik had ook nog wat losse euro’s, waarmee we dan toch de €37 haalden. En, ook niet onbelangrijk, het lot besliste het zo dat ik zelfs nog 3 euro over had gehouden, zodat we ook nog met de bus terug konden. Om 21.34. 

lunes, 18 de octubre de 2010

Cake met ijs

Hier weer even een samenvatting van de afgelopen week :)

Week 5 (11 – 17 oktober)
Maandag een poging gedaan om me definitief in te schrijven voor de universiteit (voor Erasmus studenten is de deadline 15 oktober, ook al is het schooljaar al begonnen), maar die poging ging roemloos ten onder. Ik had niet alles goed ingevuld en ik moest het de papieren niet inleveren bij het secretariaat van de faculteit, maar bij het Erasmus Office. Eenmaal daar werd mij verteld dat ik naar Relaciones Internacionales moest om de papieren in te leveren en drie keer raden wat ze daar zeiden! “Nee hoor, je moet ze gewoon inleveren bij het secretariaat van je faculteit. Welke faculteit zit je? Letteren zie ik al, weet je waar die zit? Hier deze gang rechtdoor en dan aan het eind links en…” Sí, sí, muchas gracias…

Woensdag moest een glorieuze dag worden, maar helaas mocht het ook vandaag niet baten. Ik heb het niet over mijn inschrijving, maar over iets anders problematisch hier: internet afsluiten.
Even een snelle update: drie weken geleden gebeld naar Jazztel (goedkope internetprovider in Spanje) om internet af te sluiten voor het huis. Helaas kregen we toen te horen dat je daarvoor een Spaanse bankrekeningnummer en het nummer van de bijbehorende creditcard nodig hebt. Anderhalve week later weer gebeld want we hadden eindelijk deze benodigde gegevens.
- “En op welke naam staat deze bankrekening?”
- “Martine de Jong.”
- “Martinez?”
- “Nee, nee, Martine, zonder z.”
- “Oh ok, en uw achternaam?”
- “De Jong (uitgesproken als /di gong/)
- “Aah! Zoals de voetballer!” (Iedereen kent hier de naam Nigel de Jong na het afgelopen WK)
- “Uh ja.”
- “Fantastisch, dan bellen er morgen verificadores (soort van onafhankelijke controleurs die nagaan of jij wel bent wie je zegt dat je bent) en als dat goed gaat, hebben jullie het internet binnen 8 dagen in huis.”
Maar zover is het helaas nooit gekomen. De volgende dag hebben de verificadores me niet gebeld, dus die avond wij hun weer bellen. Daar legde de mevrouw doodleuk uit dat het internet niet op mijn naam kon worden gezet, want ik had een lening. Dat was een protocol, dan kon het internet niet afgesloten worden. Maar zei ze, het bankrekeningnummer en alle andere gegevens konden gewoon gelijk blijven, alleen moesten ze even op een andere naam staan, zodat we door het systeem konden komen. Aha. Dus het feit dat ik in Nederland een studielening heb – op mijn Nederlandse bankrekeningnummer – staat in de weg dat ik hier in Spanje met mijn Spaanse rekeningnummer internet kan afsluiten, maar dat míjn gegevens op een andere naam komen te staan, is dan weer totaal geen probleem. Maar natuurlijk.
Nouja, dan Valentine haar naam en paspoortnummer maar geven. Dat feest ging niet door, want volgens hun systeem correspondeerde haar naam niet met haar paspoortnummer. Wat werkelijk belachelijk is, want haar naam en paspoortnummer staan gewoon op haar paspoort, dus dat klopt per definitie. Dan maar de gegevens van Olivier, hij wist zeker dat hij geen lening of schuld aan iemand had, en aangezien drie maal scheeprecht is, moest dit wel goed komen. Helaas, hij was blijkbaar toch wel geld schuldig aan iemand. Gelukkig wonen we met z’n twaalven in het huis, dus de volgende, Martha, een van de Mexicaanse meisjes. Zij doorstond de test helaas ook niet, en nu begon de situatie wel echt belachelijk te worden. Valentine en ik hadden daarom besloten om die woensdag maar internet van Instanet te nemen, dat was weliswaar langzamer internet omdat het niet via de vaste lijn gaat, maar voor hen was het in ieder geval geen probleem dat ik in Nederlands een lening heb.
Heel leuk met het meisje van Instanet gepraat en de hele situatie uitgelegd en een uur later stonden we super tevreden weer op de stoep met twee routers (voor 12 personen is één router namelijk niet genoeg). Meteen uitproberen natuurlijk en het wonder leek geschied: we hadden internet! Wat een glorieuze dag! Maar de pret mocht wederom niet lang duren, want de verbinding was echt heel traag en bovendien konden de laptops van de begane grond de routers niet eens vinden, dus die zaten alsnog zonder internet.
Donderdag daarom maar besloten dat we Instanet terug gingen brengen, maar wel zodra we een andere internet hadden, voor de tussentijd konden we dit internet dan wel even houden voor wat het waard was. Naar de winkel van Movistar gegaan, want Valentine had gehoord dat je het daar in de winkel kon afsluiten, dus wel zo handig. Eenmaal aangekomen zat er een man die bij hoog en bij laag zweerde dat internet bij hen afsluiten altijd alleen maar telefonisch kon, we moesten maar even naar dit en dat nummer bellen. Dus wij die avond dat nummer bellen, blijkt het de telefonie-afdeling van Movistar te zijn. Meneer de callcentermedewerker zou me wel even doorverbinden. Het  was vast een stagiair ofzo, want na 4 minuten gekraak en rare geluiden op de lijn, werd de verbinding verbroken.

Vrijdag niet meer met internet bezig geweest, want we waren het helemaal zat. Wat we ook proberen, niks schijnt te mogen lukken. Gelukkig zit hier een internetcafé vlak om de hoek, daar ben ik inmiddels al zowat goldmember, aangezien ik er binnen twee weken al vijf abonnementen door heen heb gejaagd.

Die avond lachte het volgende probleem ons al weer toe: de gasfles was leeggeraakt. Dus dan maar even naar de eerste verdieping om het avondeten klaar te maken. De bliksem slaat nooit twee keer op dezelfde plek in zou je zeggen, maar nee hoor, hier wel :D. Terwijl mijn aardappeltjes net stonden te pruttelen, hield ook hun gasfles ermee op. Maar belangrijker, hoe regel je hier nieuwe gasflessen? Dat gaat hier volgens een speciaal bedrijf, Repsol, dan moet je bellen, je bestelling achterlaten en dan komen zij de gasflessen brengen en nemen ze tegelijkertijd de lege weer mee. Ideaal. Ja, inderdaad ideaal, afgezien van het feit dat ze in het weekend niet open zijn. Dus dat wordt niet eerder dan maandag. En vandaag is het maandag, en we hebben nog steeds geen gasflessen. Onze huisbaas, Antonio, zou het voor ons gaan regelen, maar alles gaat hier “mañana, mañana” dus ik schat zo in dat dat woensdag of donderdag wordt. Tot die tijd: koud douchen, de afwas met koud water doen en dineren in de vorm van magnetronmaaltijden of pizza’s. Voor vanavond hebben Valentine en ik een cake met ham, kaas en olijven gemaakt. In Frankrijk is het vrij normaal om zelfgemaakte cake als avondeten te hebben, heb ik geleerd. En als toetje hebben we wat ijs gehad, wat nog in de vriezer zat (ik ga niet vertellen hoe warm het hier nog steeds is, want ik heb gehoord dat in Nederland de eerste nachtvorst zich al weer heeft voorgedaan, maar ik denk dat het feit dat we ijs in huis hebben genoeg zegt haha ;)).

De moraal van dit verhaal: ik weet nog steeds niet of ik definitief ingeschreven sta, we hebben internet van jan kont en het is maar een beetje kamperen totdat we weer nieuwe gasflessen hebben, maar dat is allemaal niet erg, want we zijn in Spanje. Het gaat hier misschien een stapje langzamer allemaal, maar uiteindelijk komt alles goed. Heerlijk, ik hou van dit land.

martes, 12 de octubre de 2010

Eindelijk een blog!

Nou hier is hij dan, mijn blog! Het heeft even geduurd, maar ik heb nu eindelijk de tijd gevonden om met de blog te beginnen :).

Om jullie even up to date te brengen, hier even een korte samenvatting van de afgelopen vier weken!

Week 1 (13 - 19 september)
Maandag 13 september ben ik naar Sevilla gevlogen, samen met mijn prachtige blauwe koffer die helaas 3,5 kilo te zwaar was, wat mijn beurs meteen weer 60 euro lichter maakte.
Eenmaal aangekomen zijn Isabelle (studiegenootje) en ik naar ons hostel gegaan, waar we de eerste drie nachten hebben doorgebracht. We hadden voor een week geboekt, maar we hadden al heel gauw, namelijk de woensdag daarop, een kamer gevonden! 
Onze andere twee studiegenootjes, Nathalie en Karlijn, waren al een week eerder in Sevilla aangekomen en ook zij hadden een kamer gevonden. Het kwam zelfs zo mooi uit dat Nathalie en ik een apartement deelden (met nog een Frans meisje, Pauline) en Karlijn en Isabelle met nog twee Duitse meisjes. En onze apartementen waren op maar 2 minuten lopen van elkaar dus dan kon niet beter. Waarom ik dit allemaal in de verleden tijd vertel? Ik woon nu namelijk niet meer bij Nathalie en Pauline in dat apartement. Nathalie en ik kwamen er namelijk na drie dagen al achter dat wij niet samen kunnen wonen, omdat we te verschillend zijn. We konden allebei onszelf niet zijn, dus besloten we dat een van ons een ander apartement moest gaan zoeken. Nathalie stelde voor dat zij een ander apartement ging zoeken, maar ik wilde liever dat ik een ander apartement ging zoeken, om zo een nieuwe start te kunnen maken. 

Week 2 (20 - 26 september)
Dus de maandag daarop stond ik om 9u weer te wachten voor de deuren van het Erasmus Office. Helaas echter was hij die dag gesloten, vanwege de welkomstbijeenkomst voor de nieuwe Erasmusstudenten later op die dag om 12u. Bij die bijeenkomst waren veel mensen die flyers uitdeelden met feesten en reizen die voor Erasmusstudenten werden georganiseerd, maar ook mensen die kamers te huur aanboden. Eén daarvan sprak me erg aan en ik heb meteen gebeld. De man, Antonio, is echt een rasechte Spanjaard en dus werkelijk onverstaanbaar over de telefoon met z´n snelle en binnenmondse Spaans. Op een of andere manier is het me toch gelukt uit het gesprek op te maken dat hij rond16.30u wel kon afspreken om mij zijn kamers te laten zien. Ergens bij Gran Plaza. Ja. Nou Sevilla heeft heel veel plazas (pleinen) en die zijn ook allemaal grande, dus dat was gedoemd te mislukken, ik zat ergens aan de andere kant van de stad dan waar ik had moeten zijn. Dus maar weer bellen, en hij brabbelde dat hij rond 19u dan nog wel een gaatje had. Deze keer vroeg ik naar de exacte straat, zodat ik het zelf op mijn mapa (stadskaart) kon opzoeken. Deze keer lukte het me wel om te vinden, ook dankzij onze wandelende tomtom Isabelle. Het huis sprak me meteen aan en twee dagen later kreeg ik te horen dat ik een kamer in dat huis had gekregen. De donderdag ben ik dus verhuisd en gelukkig kwamen mijn ´verdieping-genoten´ ook die dag net aan, een Frans meisje Valentine en een vriend van haar, Olivier. Het is namelijk een soort van huis met drie verdiepingen die allemaal hun eigen keuken, badkamer en woonkamer hebben. De begane grond heeft vier kamers en daar wonen de twee Ierse jongens en de twee Mexicaanse meisjes. De eerste verdieping heeft vijf kamers waar twee Fransen, de Belg en de twee Tsjechische meisjes wonen en dan hebben we de tweede verdieping waar ik met Valentine en Olivier woon. Onze verdieping is het kleinst, vandaar dat er maar drie kamers zijn, maar heeft als grote voordeel het dakterras! 
Vanaf het begin had ik meteen hartstikke leuk contact met ze en na twee uur met hen in mijn nieuwe apartement voelde ik me al meer thuis dan ik me ooit had gevoeld ik mijn oude kamer.

Week 3 (27 september - 3 oktober) 
Maar mijn oude kamer, hoe zat dan dan? Ik had het contract al getekend en de borg al gegeven, maar gelukkig deed mijn huisbazin daar niet moeilijk over, nouja, op één voorwaarde: dat ik zelf een nieuwe persoon ging zoeken voor mijn oude kamer. Aha. Dus ik mag in een stad waar ik nog maar twee weken ben iemand gaan zoeken die in mijn kamer wil wonen, en het liefst voor het eind van de maand (dus over vier dagen) om dubbele huurkosten te voorkomen... Dat idee maakte me behoorlijk zenuwachtig, maar diezelfde avond nog belde een jongen mij (hij had mijn telefoonnummer van mijn huisbazin gekregen) en hij zei dat hij graag de kamer wilde bekijken. De volgende dag om 11.30 afgesproken bij het apartement. Hij heette Miguel en kwam samen met z´n moeder, weliswaar driekwartier later dan afgesproken, maar dat is hier helemaal niet ´te laat´. Dat is ´normaal´. 
Gelukkig waren hij en z´n moeder, want ja die moet het natuurlijk ook goedkeuren, erg enthousiast. Ze gingen echter ook nog een andere kamer bekijken die dag, dus ze konden nog niets zeggen. Maar later op de middag kwam het verlossende telefoontje dat de andere kamer niets was en dat hij graag mijn kamer wilde overnemen! 
Deze week zijn de colleges ook begonnen. Voor Erasmusstudenten hebben ze geregeld dat wij pas voor 15 oktober ons definitief hoeven in te schrijven voor de vakken die we willen, om een beetje te kunnen kijken wat voor vakken ons leuk lijken en of ze ook werkelijk leuk zijn, want dat kan in de praktijk ook nog wel eens vies tegenvallen. Na deze eerste week heb ik al drie vakken gevonden die ik wil gaan volgen: Latijn, Historische Grammatica van het Spaans (over hoe woorden en uitspraak in de loop van de tijd zijn verandert en hoe dat komt) en De Talen van de Wereld (over de verschillende talen per werelddeel en hoe die in elkaar zitten m.b.t. teken-systeem en klanken e.d.). Dit zijn de Nederlandse vertalingen van de vakken, want alles hier wordt natuurlijk in het Spaans gegeven, maar het leek me niet erg zinvol om hier de Spaanse titels te noemen ;).

Week 4 (4 - 10 oktober)
Inmiddels woon ik al anderhalve week in mijn nieuwe huis en iedere dag weer bedenk ik me hoe blij ik ben dat ik besloten had om zelf een ander apartemente te gaan zoeken en niet Nathalie. Ik heb het hier zoveel beter naar m´n zin, hele leuke mensen en je woont echt in een studentenhuis, iets wat ik eigenlijk vanaf het begin al wilde. En dan hebben we nog het dakterras waar je u tegen zegt, die ook nog bij onze verdieping hoort, waar het heerlijk vertoeven is tussen de middag met de lunch. In bikini natuurlijk. Want het weer is hier nog steeds heerlijk, zo´n 28 a 30 graden. De aantal keren dat ik mijn jas aan heb gehad zijn op één hand te tellen. 
Deze week heb ik ook nog twee andere vakken gevonden die ik wil gaan volgen, Mythologie en Antropologie van de Geslachten (over hoe de relatie tussen man en vrouw op politiek, economisch en sociaal vlak door de tijd heen is veranderd, feminisme e.d.). Echter voordat ik me kan inschrijven voor de vakken heb ik toestemming nodig van mijn coördinator in van mijn eigen universiteit. Afgelopen zondag heb ik te horen gekregen dat ik toestemming voor mijn vakken heb gekregen, dus nu kan het echt gaan beginnnen.